De Tweede Ronde. Jaargang 19(1998)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 57] [p. 57] Twee gedichten Jos Versteegen Oude vrouw I Zij draagt haar handen als een werkman van veld naar hakblok en fornuis. Kool, hout en pan - ze zweven graag in sterke vingers naar het vuur. Zij heeft geen naam voor hond en kat, die schuw in dode hoeken leven en loeren naar de rechterhand die botten werpt, aardappels, zeen. Zij wacht op niets bij kolenhaard en radio, duimnagels zwart, trouwringen snijdend in het vlees. Besnorde, vredige reuzin, zwaar monument in grijze lappen, je huid zit krap en wil gestreeld. [pagina 58] [p. 58] II Zij slaapt. De stoel is aangekleed, in schoenen staat een bundel licht, die geel en tastend verder schuift, langs beddepoten, kast en plint. Een strenge man hangt aan de muur, ovaal, bruin, achter glas begraven, en door een scherm van zon en stof ziet hij een kind aan 't voeteneind. Een manke tafel, blokkendozen. Ik zwijg en bouw een rank kasteel waar grote, blauwe jongens wonen. Daar speel ik in de warme kamer. Grootmoeder zucht en draait zich om. Ik zweet. De deur moet van het slot. Vorige Volgende