De Tweede Ronde. Jaargang 19(1998)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 56] [p. 56] Twee gedichten Marc Tritsmans Vermeer Zoals dode fazanten en patrijzen precies hun plaats kennen op een glanzende schaal, versierd met een handvol bedauwde druiven, zo vanzelfsprekend mooi in kamers met een raam op het noorden, in ingehouden licht, als vogels in een kooi met het deurtje open, niet bij machte om te vluchten, wachtend op iets dat vanuit dat raam misschien ooit: deze vrouwen vaak het hoofd gebogen, bezig met wat nauwelijks bewegen nodig maakt. Een brief die wordt gelezen, melk gegoten, een parel gewogen, een leven geleefd. Herbarium (in boekvorm ca. 1750) Bloedrood en onmenselijk breekbaar stond ze op die zomerse dag in 1747 in warme wind te wiegen voor hun jonge ogen (ongetwijfeld lagen ze in rijpend koren zacht te minnekozen). Maar ook toen al wist de man der wetenschap het nuttige te paren aan het aangename en haar tussen twee vel perkament als terloops voor zijn verzameling te bewaren. Klaproos die het bestaat om eeuwen na dit vluchtig ogenblik nog even kleurrijk te staan grijnzen om zijn verdiende dood. Vorige Volgende