De Tweede Ronde. Jaargang 19(1998)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 54] [p. 54] Twee gedichten Wim Reilingh Afwezig Gehuld in adellijke lompen doolt ze nog door deze kamers Ik ruik haar geur en zie haar ongekamde haren als fatale spinnewebben langs haar atonaal gezicht Ze overheerst, gevaarloos vanuit mijn verleden, ongewassen, tenger, mythologisch; vastgenageld in een grijsgeworden tijd een onbestendig heden Het is een soort geluk, dit volle besef van haar afwezigheid Ze is goddank geen mens meer, maar een hersenschim, een spookbeeld, een gedicht [pagina 55] [p. 55] Schepping Dit vergezicht bestaat voornamelijk uit wazige contouren die ik gadesla door het vertekenende glas van hoge ramen in een rokerig vertrek Het is mijn koninkrijk. Ik heb er licht gebracht, er lathyrus geplant en toverhazelaren Als pièce de resistence dansen er vederlichte meisjes, dragend witte bloemen in hun haren Ik kom hier als een wandelaar vanuit een leeggeroofde verte Het is misschien uit onmacht dat je in een god verandert en een grenzenloos heelal schept met je blote handen Vorige Volgende