De Tweede Ronde. Jaargang 19(1998)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 30] [p. 30] Vier gedichten Lucienne Köhler Kamae/klaar-voor-gevecht-stand Zwart is geen kleur; het is een gat in de grond waarin draken wonen Bij het afdalen krommen mijn vingers zich om een dunne streep licht langs de grotwand maar het oog raakt langzaam aan het duister gewend Pas op de bodem sla ik mijn nagels uit en vind mijn balans terug in de kattestand waarmee ik de aanval open Zwart tegen zwart De kracht van mijn tegenstander is mijn kracht zijn gevecht is mijn dans ik adem zonder geluid zeg naam tegen naam hard tegen hard Ik dans als een karate-ka de band die ik draag is zwart het licht dat breekt is wit en valt uitéén in duizend kleuren Ik ontwapen mij ik vecht met lege handen [pagina 31] [p. 31] Jukendo/zachte vuistweg Wanneer een te kleine wereld haar klauwen uitslaat de opening van mijn ogen zich vernauwt mijn adem wordt afgesneden kies ik de weg van de zachte vuist ga in de leer bij een geoefend denker leer vuurwerk maken uit het werk van een voet de muren te breken van het huis de vleugels te spreiden, een vogel te worden van lucht Hakuryu/witte draak Noem mij grijze kraanvogel, gele tijger, witte draak Mijn lichaam neemt alle bewegingen van uw onderwereld aan De dag begint met knielen voor het altaar het branden van wierook, het oefenen van kata's Nadenken is mijn meest geliefde sport Mijn hoogste doel is het bereiken van een gezonde oude dag Pas wanneer de vijand uitademt neem ik wraak met zachte tikken op de geheime plekken van zijn hoofd drie jaar later is hij dood Vorige Volgende