De Tweede Ronde. Jaargang 19

[p. 28]

Drie gedichten
Job Degenaar

Onder 't kalm gedwarrel van oktoberblad^*

naar het ziekenhuis geweest, aan je kaart
gezien dat jij het bent,

schim die daar godvergeten ligt,
kangoeroeblik in een
wezenloos witte kamer

je matzwarte ogen staren, of je ze
vergat te sluiten, maar als
de kanker ranselt, razen ze

drie kaarten Hollandse beterschap,
bloemen onuitgepakt, fruitsap,
't laffe van lippenbalsem

De dag erna in coma:
een pár minoetjes je nog gezocht
In één maand weg: dag Edo

* In memoriam Edib Teftedarija († 13-10-1996), gevluchte jurist uit Bosnië die een leefbaar leven zocht

[p. 29]

In de avondschemer, vader,

kom je jaren jonger door,
op gewapend glas je arsenaal:
schaartjes, tangen, Jodium, Aether,
watten en pleisters, de tubes zalven

onder bestendig melklicht
buig je je over een wond, stelpt
bloed, legt zwachtels aan, loopt
naar 't geheime kastje met opiaten

terwijl bladeren jagen, ik je zoek,
nu ik de wonden van mijn woorden
lik, m'n zinnen doof waar ze
het meeste schrijnen

Zes makers van teloorgang

de gebroeders Oud & Eenzaam,
de b.v. Ziekte, de firma Dood,
het duo Armoe/Honger,
slaan in draf mij, hoge
hindernis, over

de zusjes Hoop Doet Leven
doen mij nog alle dagen aan,
ook als hun rigide minnaars
Hartstocht en Radeloos
elkaar te lijf gaan

Bij nacht vang ik het antwoord
van een glimworm, toekomst
sla ik op in kelders

aan die weelde bind ik me
zoals de zon die in de avondschemer
aan een koppel fietsers haken blijft