De Tweede Ronde. Jaargang 18(1997)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 199] [p. 199] Twee gedichten Cao Xuân Tú (Vertaling Linde Voûte) Mongools drinklied Tover een glimlach op je herfstmanen-gezicht En ik breng je een bokaal vol zon Wrijf die tranen van je blozende wangen Ik trakteer je op een feestmaal van vallende sterren Werp een steen tot voorbij de steppen waar de dinosaurus dwaalt En ik wip je over de Grote Chinese Muur Vanavond kluiven we op de botten van je voorvaderlijke schapen Morgen gaan we aan de wodka in het paleis van de tsaar Maar laten we gaan slapen voor het vuur dooft Het is een lange rit naar een kom kaviaar Mongol drinking song Light a smile on your autumn-moon face And I'll bring you a goblet of sun-lit weather Mop the tears front your ruddy cheek And I'll treat you to a feast of shooting stars Cast a stone beyond the steppes where the dinosaurs tread And I'll whip you over the Great Wall of China Tonight we gnaw at the bones of your forefather's sheep Tomorrow we'll down vodka in the palace of the Tsar But before the fire goes out let's lie down and sleep It's a long ride to a bowl of caviar [pagina 200] [p. 200] Een ogenblik ik leef op omgebogen tijd, ik leer de glimlach vast te leggen die verstart op de moeizame weg van een herinnering, een iris kleurt zich karmozijn bij de eerste huivering vanavond; een vlieg in een wijnglas zoemt om prooi; de uitslag breekt los over mijn huid, gekreukeld onder de druk van een koorts, dit voorjaar. En als niets meer klopt tover ik met mijn zintuigen; Een ogenblik ben ik een luie duim die vastzit in een jampot; de verplichte kindergril klopt op een deur reeds lang voor kamperfoelie gesloten. Maar ik ruik de rozen nog, zie de streep licht dwars over de vloer, hoor het geraas van een vergeten oorlog, voel de contouren van een gezicht niet langer het mijne. Momentarily I live on time warps, I learn to photograph smiles that freeze on the long haul of a memory; an iris that turns crimson at the first tremor of evening; a fly in a balloon glass buzzing for a kill; the rash breaking over my skin, creased under the strain of a fever, this spring. And when nothing clicks I play tricks with my senses; Momentarily I am a lazy thumb stuck in jar of jam; the incumbent child's whim knocking at a door long closed on the honeysuckles. Still I smell the roses, see the chink of light across the floor, hear the din from a forgotten war, feel the conours of a face no longer mine. Vorige Volgende