De Tweede Ronde. Jaargang 18(1997)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 64] [p. 64] Vier gedichten Thom Schrijer Kind en strand Je werd ook wel begraven door de anderen, in een ruwe mensenmal van vochtig zand, nog met een stok bevoeld en dan belegd met schelpen, in bizarre tekens van banning, praalgraf voor één laag getij en te vergankelijk om na te bouwen. Door vloed en kalving kon je dan ontkomen en werd je teruggenomen in de kring, hoewel dat toch een kwestie bleef van waterdun vertrouwen [pagina 65] [p. 65] Kleinzoon in wandelwagen De wandelwagen waarin hij zingt in een taal van voor de eerste tongen, waarin hij de voldongen feiten gretig tot zich neemt en meebeweegt met wat hem bezig houdt, die ik voortduw langs bomen, stadsgezichten en staande herinneringen, binnen één meerstemmig zingen, één lange adem, één stoeierig vertragen, binnen de eerste vragen nog en wat ons bezig houdt en waarmee wij onbedaarlijk nemen van een vroegte die niet blijft. [pagina 66] [p. 66] De speelman In zijn jas gekeerd kijkt hij de winkelende mensen rond, groet hij de kinderen. In zijn ogen lichten klanken op van binnenste muziek als hij, tussen illusie en beton, op zijn accordeon begint te spelen. Hij sleutelt meebewegend aan de marsmaat van de stugge wensen en modereert de al te steile koopmansretoriek. Hij is de opmaat tot een oud devoot ontregelen. Er wordt rondom zijn plek nog losgelaten, blind geboden, uitvergroot. Entree Zoals die twee binnenkomen, zij uit zijn omranding stapt en met drie dansante passen raakt tot bij de rij met verschemerde ruggen, zich mengt met de drinkenden, terwijl hij, om die niemandsvloer te overbruggen, stapstenen legt van verliezen afgewisseld met verloren gaan. Vorige Volgende