De Tweede Ronde. Jaargang 18(1997)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 61] [p. 61] Drie gedichten Jean Pierre Rawie Dis Het kan niet schelen waar wij eten, zolang het maal wordt begeleid door donker water van de Lethe, de wijn van de vergetelheid. Hoe ook de zetels zijn bemeten en hoe de tafel is geschikt, bij elke slok slinkt elke vete, bij elke bete elk conflict. Te zamen aan de dis gezeten zijn wij verzoend met ons bestaan, zolang wij niet bij ons geweten en onze ziel te rade gaan, en samen van de lotus eten, opdat ons eens gegeven is ook elke liefde te vergeten, en elk onmetelijk gemis. [pagina 62] [p. 62] Foto Mijn moeder heeft de foto uitgekozen die na zijn dood het meeste op hem lijkt. Naarmate langzaam de meedogenloze, mij nog veranderende tijd verstrijkt, fixeer ik hem steeds meer in deze pose; het raam, de stoel, het boek dat hij bekijkt, en al mijn komende metamorfosen worden door mij aan dit portret geijkt. Straks ben ik even oud als hij op deze foto. Nog even, en wat is geweest wordt weer zoals het was in den beginne: Dezelfde sluitertijd. Ik zit te lezen in deze kamer, en het licht valt binnen door een verdwenen raam waarbij hij leest. [pagina 63] [p. 63] Kerkhof Het hek hangt scheef in het scharnier. De struiken groeien door het schroot. Het stilstaand water in de sloot symboliseert de doodsrivier. Wat dreef ons om te zien wat hier van zoveel leven overschoot? Bizarre wortels liggen bloot onder een weggezakt plankier. Wij gaan tussen de graven door, zonder te vragen naar de zin van wat als vraag zijn zin verloor. Er is geen eind en geen begin. Wat is geweest ligt op ons voor, wat komt loopt langzaam op ons in. Vorige Volgende