De Tweede Ronde. Jaargang 18

[p. 48]

Twee gedichten
Fred Bloemink

A pint of bitter

Ik help haar tot boven aan de
trap van haar cottage waar onze
tocht eindigt bij een zwart-
witte foto uit een zwoele tijd:

met haar naakte benen lui
over elkaar geslagen ligt
ze op een steiger, wherry's
drijven op de Theems.

Ik wil de rivier nog een keer
zien stromen, zegt ze, en de
felle zwaan zien die als een
gretige man uit mijn hand at.

Het karretje stuitert naar het
terras aan het water, ze ademt
zich krom, drinkt nog a pint of
bitter en schatert: weet je,
hier was het, waar ik toen lag.

[p. 49]

Pyreneeën

Een dwaaltuin is de taal hier,
goden verzonnen brokken steen,
woord voor woord opgestapeld
tot een gerucht over ons zwijgen.
Zij hebben zich langs dit pad
verslikt. Boven de boomgrens
grommen centauren en cyclopen.

Wegen bestaan hier uit bochten,
watervallen spreken in tongen
in de wangen van het dal en
in de warmte van de wijngaard
liggen wij ongerust te ademen.
Cypressen ondervragen ons in-
dringend in het Catalaans.

Wij trekken onze schoenen aan,
de rotsen zien rood van gêne
over ons beider spraakgebrek.
Bij het lengen van de middag
kunnen wij niet langer stil zijn.
Onder de platanen leggen wij
schaduwwoorden bij elkaar.