De Tweede Ronde. Jaargang 18

[p. 55]

Twee gedichten
Pieter Kuyk

Zo'n jonge dokter

Ik moet van de dokter wat meer lopen
fietsen, beide minstens eenmaal daags
zwemmen vindt hij meer dan prachtig
maar niet beneden twintig graden en
heel kalm

mijd de kouwe douche van jonge vrouwen
die uit albums waarin u en zij, zie niet om
naar tennisbanen die er niet meer liggen, talm
niet voor hekken waar de duivel achter zit
herken: een man in wit met iets van u van
vroeger, verstuikt z'n voet als hij een bal
wil slaan, u ziet, u zijn plaats aanbiedt;
doe het niet, het komt u duur te staan
wandel weg of hij van lucht is.

Na een concert

Wat in mijn rug schiet als ik overeindkom
om naar huis te gaan, laat zich wegmasseren
wat een andere plek kiest, doet 't verdekt
daagt straks pas, in de buurt van mijn hart:
sluipschutter pijn.

Toe dan, zwijg ik, als ik zie dat hij schoudert
doe gerust, maar nu wel direct raak.
Hij aarzelt; maakt zich klein, weet zich gezien
en trekt weg.
Vannacht misschien? Vanuit een andere straat?