| |
| |
| |
Het spookschip
Michail Lermontov
(Vertaling Kees Jiskoot)
Zodra op de golven der diepzee
De sterren te fonkelen staan,
Snelt eenzaam met bollende zeilen
Een schip als op vleugelen aan.
Geen mast die zich kromt en geen wimpel
Die wappert, geen enkel geluid,
En stom, uit geopende luiken,
Steken ijzeren vuurmonden uit.
Geen scheepskapitein schreeuwt bevelen,
Geen schepeling die je er ziet,
Maar krijtrots, geniepige klippen
En stormen, ze deren het niet.
Een eiland ligt ginds in die diepzee,
Van somber graniet is de kust;
Er ligt daar een graf op dat eiland
Met daarin de keizer te rust.
Hij rust - zonder krijgseer begraven
Door vijanden - diep in de aard;
Opdat hij niet zoude verrijzen,
Is 't graf met een rotsblok verzwaard.
Op 't uur van zijn droevig verscheiden,
Als weder een jaar is volbracht,
Glijdt stil naar de rotskust het spookschip
En meert in het holst van de nacht.
| |
ВОЗДУШНЫЙ КОРАБЛь
Лишь звезды блеснут в небесах,
Корабль одинокий несется,
Не слышно на нем капитана,
Не видно матросов на нем;
Есть остров на том океане -
Пустынный и мрачный гранит;
На острове том есть могила,
Зарыт он без почестей бранных
Лежит на нем камень тяжелый,
Чтоб встать он из гроба не мог.
И в час его грустной кончины,
В полночь, как свершается год,
Воздушный корабль пристает.
| |
| |
| |
[Vervolg Nederlands]
Dan doemt onverwacht uit de groeve
De keizer op, wakker en kwiek,
Op 't hoofd de driehoekige steek, en
Gehuld in soldatentuniek.
Hij gaat met de armen gekruist, en
Het hoofd naar beneden gericht,
Aan boord, hij posteert zich aan 't roer, en
Kiest zee, hij is snel uit het zicht.
Hij ijlt naar het lieflijke Frankrijk,
Het land waar hij glorie en troon
Verloor, en zijn vroegere garde,
Alsmede zijn erfgenaam-zoon.
En nauwelijks ziet hij zijn thuisland,
In 't donkere, nachtlijke uur,
Of 't hart begint hevig te beven,
Of 't oog schiet onmiddellijk vuur.
Met stevige passen verlaat hij
Het schip, hij stapt fier en rechtop,
Roept luid zijn soldaten naar voren
En dreigend zijn maarschalken op.
Geen snorrebaard komt, want die slapen
Waar de Elbe in de vlakte belandt,
Besneeuwd in het ijzige Rusland,
Geblakerd in Afrika's zand.
| |
[Vervolg Russisch]
Из гроба тогда император,
Очнувшись, является вдруг;
Главу опустивши на грудь,
И быстро пускается в путь.
Несется он к Франции милой,
Где славу оставил и трон,
И только что землю родную
Опять его сердце трепещет
Соратников громко он кличет
Но спят усачи-гренадеры -
В равнине, где Эльба шумит,
Под снегом холодной России,
Под знойным песком пирамид.
| |
| |
| |
[Vervolg Nederlands]
Geen maarschalk slaat acht op zijn roepstem.
Zij sneuvelden in het gevecht,
Of hadden hun keizer verraden,
Hun zwaarden in duiten belegd.
En stampvoetend, stikkend van woede,
Marcheert hij het strand op en neer
En daar, op die doodstille oever
Klinkt luide zijn roepstem alweer:
Zijn zoon roept hij op, die hem lief is,
Zijn steun in het grillig getij:
‘Ik beloof je de helft van de wereld,
Maar Frankrijk behoud ik voor mij.’
Maar die, in de bloei van zijn jeugd en
Van hoop, deze prins, hij ging heen;
Heel lang staat, zijn weerkeer verbeidend,
De veldheer, de keizer alleen.
Hij staat en hij ademt heel zwaar tot
Het oosten met goud zich omrandt;
Er druppelen bittere tranen
Uit het oog op het ijskoude zand.
Dan keert hij weerom naar het spookschip,
Gaat, kin op de borst, weer aan boord,
Waarna hij al wuivend de thuisreis
Aanvaardt naar dat sombere oord.
| |
[Vervolg Russisch]
И маршалы зова не слышат:
Опору в превратной судьбе;
Но в цвете надежды и силы
Угас его царственный сын,
Стоит он и тяжко вздыхает,
Из глаз на холодный песок.
Потом на корабль свой волшебный,
Главу опустивши на грудь,
В обратный пускается путь.
|
|