De Tweede Ronde. Jaargang 17(1996)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 58] [p. 58] Twee gedichten Georgine Sanders Manhattan De groene heuvels van Staten Island vervagen. De ferry zet koers zoals eens de schepen met mensen en vracht voor de Nieuwe Wereld - het Vrijheidsbeeld groet nog. Aan het eind komt de haven, zuidpunt van Manhattan, topzwaar van zijn torens, dat uitsteekt in zee als de boeg van een slagschip. Vanuit de lucht is dit eiland een langwerpige rots tussen de armen van East River en Hudson. Een zwarte zerk, overgroeid met zware kristallen, dofgrauw maar flitsend waar zonlicht het glas raakt, het groene hart, Central Park, uitgespaard middenin. Maar ik die hier werk zie een grote stad, met verkeer en gebouwen en bovenal mensen die lopen met kinderen, tassen of honden. - Een dakloze vrouw woont in een portiek. - Hier zijn tuinen en bloeiende bomen in het voorjaar, bakken bloemen en fruit voor de winkels, op straat. Waar ik ook ben, ik kan niet vergeten: dit blijft een smal eiland, nog geen uur lopen, en ik kan niet naar huis zonder tunnel of brug. [pagina 59] [p. 59] Jamaica Bay Alleen van bovenaf zijn ze zichtbaar, de kleine eilanden van eb en vloed. Schimmige heuvels, bruin onder groen water, bij laag tij raakt de morsige zandbank bloot. Daar groeit wier, daar leven mossels en slakken. Een witte reiger komt wel eens vissen. Nooit zal een vogel er overnachten, onbeschermd tegen het wassende water. Het zal jaren duren voordat hier riet groeit dat zand en slijk bindt. Zo'n eiland wordt groter, veilig tenslotte voor broedende eenden. Parende degenkrabben komen aan land. Als geen mens meer kwam werd de baai vergeten, elk eiland bleef groeien, het land trok de zee in. Maar dat zal nooit gebeuren. Hier wordt gedregd, want de baai blijft een toegang voor grote schepen. Vorige Volgende