| |
| |
| |
Vraaggesprek
| |
| |
Gesprek met Mario Benedetti
Sander de Vaan
Volgens de Uruguayaanse schrijver Mario Benedetti heeft het kapitalisme een wedstrijd gewonnen, maar niet het kampioenschap. Met de brokstukken van de Berlijnse muur wordt momenteel een Europese muur gebouwd, waardoor de Derde Wereld geheel aan haar lot wordt overgelaten.
Sinds kort kan Mario Benedetti (1920) een nieuw wapenfeit op zijn toch al zeer uitgebreide curriculum vitae vermelden. Vorig jaar maakte hij immers zijn debuut als acteur in El lado oscuro del corazón, een onalledaagse, poëtische film van de Argentijnse regisseur Eliseo Subiela, die in Argentinië het grootste kassucces van het jaar was en zelfs Basic Instinct achter zich liet.
Het was eigenlijk een geintje. Ik ben een kapitein van een Duits koopvaardijschip en stap een nachtclub binnen waar ik tot twee keer toe een gedicht in het Duits opzeg voor een prostituée. Maar verder kom ik niet meer in beeld, ik ben veeleer ‘onzichtbaar’ aanwezig. De ‘normale’ dialogen in de film zijn namelijk grotendeels vervangen door gedichten van mij, Juan Gelman en Oliverio Girondo, zonder dat dit overigens storend is. Er zijn bijvoorbeeld drie vrienden, die regelmatig naar een pizzeria gaan en de eigenaar betalen met liefdesgedichten, omdat hij daarmee indruk wil maken op een vrouw. Als hij een gedicht heeft ontvangen leest hij het steevast in hun bijzijn hardop voor en roept: ‘Ha, hiermee bezwijkt ze zeker voor me!’ Totdat de vrienden op een dag naar de pizzeria gaan en de eigenaar zegt: ‘Sorry jongens, ik heb geen gedichten meer nodig, ik ga trouwen.’
Nadat Mario Benedetti de Europese première van de film in Madrid heeft bijgewoond, is hij naar het Spaanse Cartagena gekomen, waar hij eregast is op een aan hem gewijd symposium. Ondanks zijn overvolle agenda en de vermoeienissen van de reis blijkt hij onmiddellijk bereid om ons uitgebreid te woord te staan. We praten over film, literatuur en politiek, maar ook over voetbal, want Benedetti is een groot liefhebber van deze sport, waarin heel wat Uruguayanen uitblinken. Hij schiet spontaan in de lach wanneer hij vertelt hoe zijn landgenoot Ruben Fonseca wraaknam op het door Guus Hiddink getrainde Valencia. Fonseca was door deze
| |
| |
club te licht bevonden en vervolgens aan Napoli verkocht. Een tijdje later moesten beide clubs het tegen elkaar opnemen; Fonseca nam in Valencia op formidabele wijze wraak en kegelde zijn oude club met vijf goals uit het UEFA-cuptoernooi. Benedetti's ogen beginnen te glinsteren van plezier wanneer hij vervolgens een vergelijking trekt tussen het WK-voetbal 1982 in Spanje en het referendum dat in Denemarken werd gehouden over het Verdrag van Maastricht: Tijdens dat toernooi kreeg het gastland Spanje een penalty toegekend tegen het voormalige Joegoslavië. De penalty werd gestopt door de keeper, maar de scheidsrechter besliste dat de strafschop moest worden overgenomen. Toen werd er op de paal geschoten, maar de penalty moest wéér worden overgenomen omdat de scheidsrechter opnieuw een onregelmatigheid had geconstateerd. Uiteindelijk ging de bal er in en keurde de arbiter het doelpunt goed. Dat voorval schoot me weer te binnen toen Denemarken tenslotte voor het Verdrag van Maastricht stemde. Volgens mij zouden de Denen net zolang zijn doorgegaan met het organiseren van referenda tot de bevolking ‘ja’ zou hebben gezegd...
U heeft romans geschreven, verhalen, gedichten, essays, toneelstukken, filmscripts en songteksten. Inmiddels zijn er vijfenzestig werken van u verschenen. Herleest u wel eens iets wat u heeft gepubliceerd?
Vrijwel nooit, behalve wanneer ik de drukproeven moet corrigeren, dan ontkom ik er niet aan. Ik heb bijvoorbeeld net de honderdste druk van Het uitstel gecorrigeerd, maar dat gaat me zo langzamerhand wel een beetje de keel uithangen.
Ziet u zichzelf dan weer van kantoor naar café Sorocabana spoeden om in de lunchpauze aan Het uitstel te werken?
Nee, dat niet, maar voor mij is het een oude roman, ik zou nu iets anders schrijven. Het uitstel is mij echter wel zeer dierbaar, want met dit boek bereikte ik voor het eerst een groot publiek, bovendien is het verfilmd en zijn er televisiefeuilletons, hoorspelen en toneelbewerkingen van gemaakt.
Heeft u een voorkeur voor een bepaald genre?
Waarschijnlijk is de poëzie het genre waarmee ik het best kan communiceren met mijn lezers. Ik heb mijn hele leven eigenlijk gedichten geschreven, maar ik schrijf ook graag verhalen en romans. Het
| |
| |
schrijven van een roman is echter een tijdrovende aangelegenheid, je kunt niet vandaag tien pagina's schrijven en over een half jaar weer tien pagina's. Als je een bepaalde romanwereld hebt gecreëerd, moet je daar gedurende een zekere tijd in blijven. Ik heb echter altijd zoveel verplichtingen dat ik voortdurend tijd te kort kom. Wat het schrijven van verhalen betreft, ik ben geen voorstander van het bundelen van alle verhalen die ik in een bepaalde periode heb geschreven, een verhalenbundel moet voor mij een ‘ruggegraat’ hebben die alle verhalen verbindt, en dat kan soms jaren duren.
Hoe staat u als schrijver tegenover het verschijnsel ‘bestseller’?
Als een boek dat met een artistieke intentie geschreven is een bestseller wordt, vind ik dat prima. Ik heb echter bezwaar tegen de ‘bestseller-industrie’: eerst wordt er een onderzoeksteam samengesteld dat door middel van een enquête antwoord tracht te vinden op vragen als: Wat voor type man prefereren de lezeressen? Wat voor type vrouw willen de lezers? Waar moet de roman over gaan? Waar en in welke tijd moet het verhaal zich afspelen? Wat voor einde geniet de voorkeur? Daarna maakt men een gedetailleerd schema en overhandigt dat aan een schrijver, die er uiteindelijk een boek van maakt. Voor mij zou het onmogelijk zijn om zo te schrijven. Men fabriceert boeken alsof het schoenen of overhemden zijn. Het kan gelukkig nog altijd anders, neem bijvoorbeeld Honderd jaar eenzaamheid: García Márquez schreef dat boek echt niet met de bedoeling om er miljoenen exemplaren van te verkopen, hij wilde een kunstwerk fabriceren. Dat dit kunstwerk ook nog eens goed verkocht, was meegenomen. En zie, het boek ligt na vijfentwintig jaar nog altijd in de boekhandel, terwijl vrijwel alle ‘industriële bestsellers’ van de laatste jaren alweer verramsjt zijn.
Heeft u de indruk dat de belangstelling in Europa voor de Latijnsamerikaanse literatuur afneemt?
Er bestaat in Europa een grote onverschilligheid voor de Derde Wereld. Ook in Spanje dat in politiek opzicht de keus had tussen Spaans-Amerika en de Europese Gemeenschap. De Spanjaarden kozen voor de EEG, en hoewel wij niet blij waren met die keuze hadden ze er natuurlijk het volste recht toe. Ter gelegenheid van het Columbus-jaar verschenen er vreselijk veel publicaties van Spaanse schrijvers, men wilde een grote Spaanse roman presente- | |
| |
ren, terwijl de aandacht voor Latijnsamerikaanse schrijvers sterk afnam. Gelukkig is 1992 eindelijk voorbij en nu is er zelfs sprake van een ‘renaissance’ van de Latijnsamerikaanse literatuur. Een fabelachtig schrijver als Cortázar dreigde geheel in vergetelheid te raken, maar nu wordt zijn oeuvre weer opnieuw uitgegeven.
Na de val van de militaire dictatuur verblijft u weer regelmatig in Uruguay. Hoe is de huidige politieke situatie in het land?
Er lijkt gelukkig een einde te zijn gekomen aan het tweepartijenstelsel in Uruguay. De regerende Blanco-partij is volgens alle opiniepeilingen momenteel de derde partij van het land. Dit betekent echter niet dat de Colorado-partij en het Frente Amplio nu een tweepartijenstelsel aan het creëren zijn, want de Blanco-partij zal blijven bestaan. Het Frente Amplio heeft voor het eerst in de geschiedenis een overwinning behaald, door het burgemeesterschap van Montevideo in de wacht te slepen. Een paar jaar geleden leek het nog science fiction, dat een linkse kandidaat gekozen zou worden tot burgemeester van Montevideo, waar de helft van de Uruguayaanse bevolking woont.
Hoe is deze verkiezingsoverwinning van links te verklaren?
Er liggen verschillende redenen aan ten grondslag. In de eerste plaats hebben de traditionele politieke partijen ernstige fouten gemaakt en het land naar een allesbehalve florissante economische situatie geleid. Bovendien is de nieuwe burgemeester, Tavarez Vazquez, een charismatische persoonlijkheid die zeer geliefd is bij de bevolking. En bij veel mensen leeft nu de hoop dat het Frente Amplio een meer rechtvaardige verdeling van de nationale rijkdommen zal bewerkstelligen en een oplossing zal vinden voor de vele problemen van het land.
Heeft de bevolking de verschrikkingen van de dictatuur enigszins kunnen verwerken?
Het is natuurlijk buitengewoon moeilijk voor een gemartelde om samen te leven met zijn folteraar, maar de ex-gevangenen hebben zich goed weten te integreren in de maatschappij, hoewel velen blijvend fysiek en geestelijk letsel aan hun gevangenschap hebben overgehouden. Zo stierf Raúl Sendic, leider van de Tupamaros, enkele jaren na zijn vrijlating aan de gevolgen van de martelingen die hij in de gevangenis had ondergaan. De Tupamaros maken nu
| |
| |
als politieke partij deel uit van het Frente Amplio. De democratie is hersteld, er zijn geen politieke gevangenen meer, er wordt niet gemarteld en de militairen zitten in hun kazernes, hoewel ze nog altijd op hun hoede zijn en bij de minste of geringste gelegenheid weer de straat op kunnen gaan.
Zijn de militairen zich dan niet bewust van het leed dat ze hebben aangericht?
Er zijn militairen die zich tijdens de dictatuur schuldig hebben gemaakt aan martelingen en die nu van mening zijn dat een democratisch systeem de voorkeur verdient. Maar anderen, de wreedste folteraars, hebben een ‘putschmentaliteit’ en liggen nog altijd op de loer. Zij vormen momenteel echter geen echte bedreiging, omdat ze een kleine minderheid uitmaken binnen de strijdkrachten. Bovendien worden ze in de watten gelegd, want een aanzienlijk deel van de nationale begroting gaat naar het leger en de politie, en hun leven loopt in een democratie natuurlijk aanzienlijk minder gevaar dan tijdens het gewapende conflict met de guerrilla.
Over Raúl Sendic is in Europa veel minder bekend dan over Mario Firmenich, leider van de Argentijnse Montoneros. U kende hem persoonlijk, wat was hij voor iemand?
Hij was een bewonderenswaardige man, die heel bewust koos voor gewapend verzet en zich daarvoor grote opofferingen getroostte. Hij was een geboren leider, wars van lange redevoeringen en retoriek, hij vertrouwde meer op het werk aan de basis en gaf de Tupamaros-beweging een betekenis die later verloren ging. De Tupamaros waren vooral in de jaren zestig, toen Sendic de touwtjes in handen had, een belangrijke beweging die op zeer intelligente wijze de draak stak met het leger, bepaalde economische conglomeraten en de multinationals. Op een gegeven moment kregen de militaristen echter de overhand binnen de beweging. Men begon moordaanslagen te plegen en daardoor brokkelde de steun van de bevolking voor de Tupamaros snel af. Het bleek de nekslag voor de beweging te zijn, want een guerrillabeweging kan onmogelijk floreren zonder een adequate infrastructuur, en zeker niet in een land zonder oerwoud en bergen als Uruguay.
U zei onlangs dat het kapitalisme een wedstrijd heeft gewonnen, maar niet het kampioenschap. Wat bedoelde u daarmee?
Nu de Berlijnse muur is gevallen hebben ze uiteraard alle reden
| |
| |
om in een winning mood te verkeren. Ik denk echter dat de val van het Oostblok geen enkele oplossing heeft gebracht voor de problemen in die landen. En er is nog iets anders: momenteel wordt met de brokstukken van de Berlijnse muur een Europese muur gebouwd, om te voorkomen dat ‘ongewenste vreemdelingen’ als de Turken, de Zuidamerikanen, de Albanezen en de Marokkanen de welvaart in West-Europa komen bedreigen. Maar men beseft niet dat binnen die muur een levensgevaarlijk monster rondwaart dat al eens eerder op het punt stond om Europa te vernietigen. Enkele maanden geleden zei een Duitse vriend van mij dat ik me geen zorgen moest maken over het opkomend nazisme, want er zijn maar 65.000 geregistreerde nazi's in Duitsland. Maar dit betekent dat er minstens een half miljoen moeten zijn! Ik kan mij immers niet voorstellen dat een nazi zich braaf bij de politie meldt om te zeggen dat hij nazi is. En in landen als Oostenrijk en Frankrijk doet zich een soortgelijk probleem voor. Ik denk dat de Europeanen dit gevaar nog altijd niet voldoende onderkennen. Hoe je het ook wendt of keert, in Europa neemt de xenofobie zienderogen toe, en men keert zich vrijwel uitsluitend tegen mensen uit de Derde Wereld, want mensen uit andere Europese landen en Noordamerikanen worden met rust gelaten.
Zal het socialisme uitkomst kunnen bieden voor de problemen?
Ik weet niet of ik het nog zal meemaken, maar jullie zullen ongetwijfeld een wedergeboorte zien van bewegingen die ernaar streven om een zeker evenwicht in de wereld te herstellen, misschien zullen het weer socialististische groeperingen zijn, maar het kunnen ook milieu-activisten zijn, of bevrijdingstheologen of andere groeperingen. Het lijkt mij in ieder geval een slechte zaak dat een groot deel van de wereld bestuurd wordt door rechtse partijen die het geld tot een godheid hebben verklaard, terwijl zoveel andere waarden in het leven veel stimulerender kunnen zijn. Ik zeg niet dat geld onbelangrijk is, maar je kunt je afvragen wat je er allemaal voor over moet hebben om dat geld te verdienen, en aan wat voor dingen je het vervolgens uitgeeft. Ik denk dat de sociale onrechtvaardigheid in de wereld tot een uitbarsting van geweld gaat leiden, want het klinkt natuurlijk leuk en aardig wanneer je tegen een arme drommel zegt dat hij zijn broekriem moet aanhalen omdat in tijden van crisis iedereen een stapje terug moet doen, maar op een gegeven moment heeft hij geen riem meer en als hij niet oppast raakt hij zijn broek ook nog kwijt.
| |
| |
U was altijd optimistisch gestemd, bent u dat nog steeds?
Ja, maar niet wat de nabije toekomst betreft. Er staan ons zeer moeilijke jaren te wachten; de mensheid leeft in cyclussen en nu is de cyclus van de conservatieve politici aangebroken. Na alle nederlagen van links was ik echter zeer ingenomen met de overwinning van het Frente Amplio in mijn woonplaats Montevideo. En er zijn meer lichtpuntjes, neem bijvoorbeeld de partij van Cuauhtémoc Cardenas in Mexico, en de beweging van Llul in Brazilië. Die komen niet opeens uit de lucht vallen, daar ligt een lang proces van bewustwording aan ten grondslag.
Ziet u met president Clinton in het Witte Huis mogelijkheden voor een verbetering van de relatie tussen de VS en Latijns-Amerika?
Laatst vroeg iemand mij wat ik zou willen verzoeken aan president Clinton. Ik zou hem willen verzoeken om zich absoluut niet met Latijns-Amerika te bemoeien, om ons helemaal te vergeten, want wanneer de Noordamerikanen aan ons denken komen ze ons binnenvallen of lenen ze ons geld tegen een huizenhoge rente...
Iedereen praat momenteel over het ‘Chileense wonder.’ Ziet u geen mogelijkheid voor een samenwerking met de VS, zoals Chili dat doet?
Als men het over het ‘Chileense wonder’ heeft, praat men altijd in macro-economische termen: de handelsbalans valt positief uit, het bruto nationaal product is gestegen, het inkomen per hoofd van de bevolking neemt toe, maar als je verder kijkt, blijkt alleen het inkomen van de rijken te zijn gestegen en zijn de armen intussen almaar armer geworden. Uiteraard is de macro-economie van belang, maar het is minstens zo belangrijk hoe de verkregen rijkdommen vervolgens onder de bevolking worden verdeeld. Latijns-Amerika is een buitengewoon rijk continent, we moeten ons alleen bewust worden van onze eigen mogelijkheden tot ontwikkeling en vervolgens de uiterst rechtse bourgeoisie die ons momenteel regeert - en die ons heeft overgeleverd aan het imperialisme - op democratische wijze vervangen door mensen die staan voor een sociaal rechtvaardige samenleving. Er moet nu maar eens een eind komen aan het gebedel van Latijns-Amerika, want anders raken we onze soevereiniteit en ons gevoel van eigenwaarde straks helemaal kwijt. Bovendien heeft het geen enkele zin om onze hand uit te steken, want er is toch niemand die ons werkelijk wil helpen, de VS niet, maar ook Europa niet. We moeten van onze eigen moge- | |
| |
lijkheden uitgaan en roeien met de riemen die we hebben.
U heeft zich altijd voorstander betoont van de Cubaanse Revolutie, hoe beoordeelt u de huidige situatie op het eiland?
Cuba maakt een bijzonder moeilijke periode door, nu de steun van het voormalige Oostblok plotseling is weggevallen en het eiland verstoken blijft van aardolie. Bovendien duurt het ruim dertig jaar geleden door de VS ingestelde handelsembargo onverminderd voort en is de prijs van suiker, het belangrijkste exportprodukt van Cuba, sterk gedaald op de wereldmarkt. De crisis is grotendeels te wijten aan deze externe factoren, maar desalniettemin wordt het regime door de internationale gemeenschap als de grote boosdoener aangewezen.
Zijn er dan geen fouten gemaakt door het Cubaanse regime?
Jazeker, er zijn ongetwijfeld erg veel fouten gemaakt. Zo was het een grote vergissing om de boerenmarkten te verbieden, waardoor veel mensen niet meer in hun levensbehoeften konden voorzien. Ik ben het met veel beslissingen niet eens geweest, ik ben bijvoorbeeld tegen de doodstraf, maar men moet de zaken ook niet overdrijven. Op Cuba zijn in vijftien jaar tijd vijf doodvonnisen voltrokken, terwijl in de VS momenteel vijfentwintighonderd gevangenen op hun executie zitten te wachten en er vrijwel iedere week wel iemand geëxecuteerd wordt. De Westerse wereld meet duidelijk met twee maten. Neem nu bijvoorbeeld China, dat land is net zo communistisch als Cuba, maar in China wonen meer dan één miljard mensen en die vormen een enorme potentiële markt voor producten uit de VS. Wat Coca Cola in Cuba zou kunnen verkopen is niets vergeleken bij wat het bedrijf in China aan de man kan brengen. De grootste zonde die Cuba momenteel begaat is dat het maar tien miljoen inwoners heeft en de grootste deugd van China is gelegen in het feit dat er één miljard Chinezen zijn. Ik denk dat er maar eens een boek geschreven moet worden over ‘De hypocrisie als een van de Schone Kunsten’, dat zou een heleboel duidelijkheid in een aantal zaken kunnen verschaffen. Het lijkt wel of men Cuba wil laten verhongeren om er vervolgens een voet op te kunnen planten en te zeggen: ‘We hebben gewonnen hè?’
Wat vindt u van de kritiek op Cuba vanwege de beperking van de vrijheid van meningsuiting?
| |
| |
Die is terecht, de vrijheid van meningsuiting is beperkt, ik zou willen dat er veel meer vrijheid van meningsuiting op Cuba was. Maar als men Cuba bekritiseert, moet men ook eens nagaan hoe het eigenlijk met de vrijheid van meningsuiting in het Westen gesteld is. Die is namelijk allerminst absoluut, als je alleen al bedenkt dat 80% van alle nieuwsberichten door twee Noordamerikaanse persagentschappen de wereld wordt ingezonden. Daarover wordt echter nooit gesproken. Degenen die beschuldigingen tegen Cuba uiten, moeten wel zo eerlijk zijn om ook hun eigen situatie eens onder de loep te nemen. Zo zou men zich bijvoorbeeld kunnen afvragen of het niet onrechtvaardig is dat 95% van de wereldhandel tussen de VS, Japan en West-Europa circuleert, terwijl het aandeel van de Derde Wereld maar 5% is. De kloof tussen Noord en Zuid wordt steeds groter, zeker nu de Koude Oorlog voorbij is en er tussen de VS en Rusland sprake is van een bijna misselijk makende idylle.
U wordt door velen gezien als een politiek schrijver, maar u schrijft vooral over ‘gewone’ onderwerpen als de menselijke gevoelswereld, die volgens u ‘ondergronds’ dreigt te gaan. Hoe ontstond het verhaal ‘De nacht van de lelijkerds’, dat door José Miguel Oviedo is opgenomen in zijn ‘Antología crítica del cuento hispanoamericano’?
Het is uiteraard een fictief verhaal, maar op een dag zag ik voor een bioscoop een meisje staan dat een monsterlijk vervormde gezichtshelft had, waarschijnlijk als gevolg van een verbranding. Toen ze zich echter omdraaide, bleek de andere helft oogverblindend mooi te zijn. Naar aanleiding van dat voorval heb ik vervolgens dat verhaal verzonnen, waarin ik ook een ‘lelijkerd’ laat opdraven, om het evenwicht enigszins te herstellen.
|
|