De Tweede Ronde. Jaargang 17(1996)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 41] [p. 41] Drie gedichten Jan Lemmens Winter dit jaar was de winter koud sneeuw en ijzel, rijp waarin de zon miljoenen speldeknopjes zette, een uitgeklapte kerstboom van hectaren weiland zwarte paarden staken recht overeind, achter zich hun donkere stallen, schapen vraten de zonnen op onaangedaan, kou of geen kou trein of geen trein waarin ik warm voorbijgleed [pagina 42] [p. 42] Populieren twee keer per jaar is er hetzelfde licht, vroeg in het voorjaar en vroeg in het najaar, dat kun je bewijzen als je vanuit een eendere hoek, bijvoorbeeld met de rug tegen de muur van je huis een foto maakt, de lens gericht op de rij populieren een groot glas-in-loodraam het hemelsblauw door het vlechtwerk van takken al gedund of net aan het botten [pagina 43] [p. 43] Twee mezen tegen de ondergaande zon achter de ruit van mijn kamer twee mezen op een kale tak begin april, veel te doen blijven ze nog geen vier regels zitten; het voorjaar gaat zijn gang en de zomer de struiken raken vol; ik zal moeten wachten tot het najaar ik heb dit gedicht dan weggegooid, weer gladgestreken als ik ooit de laatste regel schrijf hou ik het ene oog op het papier het andere waakzaam op de vogels Vorige Volgende