De Tweede Ronde. Jaargang 17

[p. 39]

Twee gedichten
Frans Kuipers

oude wanen kwalen dwalingen.
Vreemde wetten willekeur. -
Mijn verhaal is niet zo bizonder en vlug verteld.
Mijn verhaal is uitzonderlijk en onzegbaar.

Sleur die van slaap de zuster is.
De ban der besognes. Ruzies en rampen. -
Nooit anders dan modderend
ging een mens zijns weegs.

Huis van verwarring. School van pijn.
Mateloze wereld Wolkenheim. -
Wiens naam regen is op de rivier,
dolerszoon, reiziger in oudraadsels, was hier.

[p. 40]

 

andermaal anders. Pover en pips.

 

In de Straat Van De Gele Lantarens

 

dat je je vinden moest zo:

 

kruk tussen knushebbers en dutters.

 

 

 

rakel de ziel op, dichter,

 

sommigen lukte het.

 

 

 

Die niet welkom zijn, kwamen.

 

Die kwamen en gingen niet weg.

 

 

 

blijvende dronkenschap, verre van

 

de wijnfles, sommigen lukte het.

 

 

 

Gegroet jullie door rottenis geringeloorden,

 

Heren van Penarie, Hanzen zonder Griet,

 

allen die zwalken

 

op de Zee Van De Huilende Hond. Gegroet.

 

 

 

te verlaten

 

de aarde van het bijziende oog;

 

 

 

Andermaal anders.

 

Door koude gekleurd, door pijn onderwezen.

 

Dat ik mij zien moest zo:

 

 

 

te wonen in het ogenblik.

 

het toeval te zijn toegedaan.

 

 

 

Iemand voor wie de tafel der aarde gedekt is.

 

Iemand die het onverteerbare eten moet.

 

 

 

de melk- en honingmens van het zonnerijk.