De Tweede Ronde. Jaargang 17

[p. 181]

Crematorium
Tatara Chieko^*
(Vertaling Marius Roessingh,
Duitse vertaling Annelotte Piper)

Zwaar van wolken hangt de hemel boven de kale bomen
wanhoop verstikt het verlangen om in tranen uit te barsten

Alle herinneringen opgevouwen
en in de binnenzak van mijn rouwgewaad weggestopt
sjor ik mijn obi vast
‘Als ik dood ben maak je me toch mooi?’ had ze mij gevraagd
beetje bij beetje bracht ik met sidderende hand
het witte poeder aan, kleurde haar lippen rood
en nam toen afscheid van het gelaat van mijn tedere moeder

Onverschillig of ze brood gaan bakken schuiven ze de kist in de verbrandingsoven
De deuren gaan met een harde klap dicht en sluiten onze wereld buiten
Het lezen van de sutra's pompt ons verdriet op als een luchtballon die wegdanst in de ruimte -
begeleid door hevig snikken ontsnapt de lucht
vader krimpt ineen

* Tatara Chieko (geb. 1934) wordt tol de neorealisten gerekend. Het gedicht Kasōba (‘Crematorium’) werd in 1982 in het tijdschrift Jikan gepubliceerd.

Krematorium

Wolkenschwer hängt der Himmel über kahlen Bäumen
Verzweiflung erstickt den Wunsch   in Tränen auszubrechen

Alle Erinneningen zusammengefaltet und in die Brusttasche meines Trauergewandes
gesteckt   zurre ich meinen Obi fest
‘Wenn ich tot bin   machst Du mich doch schön?’ hatte sie mich gefragt
Tupfer für Tupfer legte ich mir mit zitternder Hand den weissen Puder auf   zog rot die Lippen nach
und nahm dann Abschied von dem Antlitz meiner sanften Mutter
Mit einer Lässigkeit   als werde Brot gebacken   schiebt man den Sarg in den Verbrennungsofen
Die Türen schliessen sich mit lautem Knall und sperren unsere Welt aus
Die Sutrenlesung pumpt die Trauer auf wie einen Luftballon   der tanzt davon ins All
Von heftigen Schluchzern begleitet   entweicht die Luft
Der Vater schrumpft

[p. 182]

[Vervolg Nederlands]

Moeder brandt

‘Alles klaar!’ ontzet over de opgewekte onbekommerde stem van de stoker stop ik mijn ogen dicht
allen hier verzameld zijn met blindheid geslagen

[Vervolg Duits']

Die Mutter brennt

‘Alles fertig!’   bestürzt über die heitere unbekümmerte Angestelltenstimme halt' ich mir die Ohren zu
Alle hier Versammelten hat es blind gemacht