De Tweede Ronde. Jaargang 17
(1996)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 167]
| |
Blue Blues
| |
[pagina 168]
| |
Verberg je tranen in je wimpers, je gekreun achter in je keel
en die kleine liefde van je in je onverschrokken stilte.
Naast je trillende, zachte oksel
besef ik plotseling
dat we al lang ervaren hebben wat het is oud te worden.
Uitgeput als een gevangen stier,
het tandvlees nat van donker bloed,
grijp ik jouw borsten stevig vast,
mijn lieve,
in de gehavende zwarte zonnestralen,
in jouw uit angst gewrochte
donkerrode aardbeientuin.
Mijn lieve,
spreid je dijen wijd!
Onze scherpe pijn lag in onze
kinderwagen die altijd altijd 's ochtends uit elkaar valt.
Zijn we al vervallen tot onmacht
als flonkerende sneeuwvlokken
die schitteren en smelten op een verre zomerdag?
De lichaamsgloed kalmeert nu
en met vruchtwaterwoorden
zoek ik in de vrome trekken van de nacht
een lijkwade, een visioen van jou.
Glibberend als seks spattend door de seizoenen
buig ik voorover als een hond
en druk een kus op je schaamhaar dat dood gekleurd is.
Op de jonge graanhalmen, al geoogst voordat het oogsttijd was.
Op de woordenloze stilte die zo op vijandigheid lijkt.
| |
[pagina 169]
| |
Zouden we het nog kunnen?
Zouden we vriendschap kunnen omarmen
zoals we een bos bloeiende anemonen omarmen?
Mijn mysterieuze medeplichtige, deze zondedorst van mij!
Onze oprechtheid en onze lafheid, die zijn niet meer dan die ene droefheid?
In de duizelingwekkende leegte tussen jouw armen
ben jij vandaag de moeder die je lastert
en is mijn vader mijn enige en waarachtige vijand.
‘Kom, open je vuist
en leg je palmen tegen je koude wangen, warm ze.’
Op mijn platte borst laten we onze vingers als in gebed verzonken
onbewust verstrengelen en we snikken;
we zijn twee warme kiezelsteentjes op het strand.
Mijn lieve,
hoop is iets dat wij, wat we ook proberen,
nooit verraden kunnen, dus
laten we nu gaan slapen, tot we rauw gewekt worden aan de andere kant van het schreeuwend duister.
...
Ach! Voor ons
komt scheiden altijd onverwacht!
|
|