Schiemanswerk
L.H. Wiener
Het geheel van knopen, steken, splitsen en takelingen wordt schiemanswerk genoemd en vormt een uitgebreid en ingewikkeld oefenterrein, als men zich werkelijk wil bekwamen in het op logiese wijze omgaan met touwwerk.
De drie meest gebruikte knopen, van de tientallen die bij de zeilvaart te pas komen, zijn zonder twijfel: de platte knoop, de mastworp en de paalsteek. De eerste wordt hoofdzakelijk gebruikt om twee lijnen van gelijke dikte aan elkaar te knopen, de tweede om een lijn vast te zetten op een rondhout reling of meerpaal en de derde om een lus te maken met een niet-glijdende knoop.
Het is maar dat u het weet.
De eigenlijke handeling van dit verhaal verdient in het grote relaas van ijdel misverstand dat leven heet niet meer aandacht dan een voetnoot, maar ik ben er na verloop van tijd steeds meer van overtuigd geraakt dat het voorval eerder symptomaties is geweest dan incidenteel en daarom alsnog de moeite van het opschrijven waard.
Bijna veertig jaar zijn er inmiddels verstreken.
Ik ben een ander nu.
Een man van vijftig.
Wat ik vroeger voelde als jongen, kan ik nu als man alleen nog opschrijven. Of anders geformuleerd: wat ik als jongen toen niet kon opschrijven, kan ik als man nu niet meer voelen. Is dat soms de tol die de jongen moet betalen om op te groeien tot man? Of omgekeerd: is dat soms het lot van de man die eens een jongen was?
Het omgekeerde van tol is lot.
Als jongen was ik nog bezeten van meedoen en winnen, van erbij horen en uitblinken, van uitvinden en aan de weet komen, van spoorzoeken en jagen, van vechten en vissen, van alles en nog wat. In retrospektie komt het me voor dat ik vroeger eigenlijk heel normaal moet zijn geweest en in het geheel nog niet geneigd tot solip-