De Tweede Ronde. Jaargang 16

[p. 92]

Zes gedichten
Kees Stip

Afrikaandersliedjie

Suid-Afrika, jou eie taal
is vir die rooineks 'n signaal:
Hulle moenie dwing nie jou te sing nie
die lied van God nie save the king nie

Tabaksaccijns

Trakteer op teer en kanker de kanalen
waardoor gij ook nog adem hoopt te halen.
De Staat bedankt u voor de hoge prijs
die gij voor zijn gezondheid wilt betalen.

Smakelijk

Het scheppingswerk was eindelijk aan kant.
De mens, geen mes en vork nog in de hand,
zat kwijlend bovenaan de voedselketen
en God begon het grootste restaurant.

Vraag

Beweegt het uit het niets ontstane zich
weer naar het niets waaruit het werd geschapen?
Ik wil er niet aan denken maar ik lig
lang wakker van zo lang te moeten slapen.

[p. 93]

Westerbork

Het wordt weer lente en het bouwland geurt
naar mest en aarde. Waar de ploeg het scheurt
wieken de meeuwen op als witte zielen.
Wat hier gebeurd is is hier nooit gebeurd.

Paganini

Hij ziet als een gehangene zo bleek.
Geknikt omklemt zijn kinnebak de arme
toch veel te broze doos met kattedarmen.
Onaangestreken zijn ze al van streek.

Miauw miauw. Vibrerend van erbarmen
bezwijkt hij voor hun smachtende gesmeek
en maakt hun toon zo smeltend en zo week
dat ze de hardste harten nog verwarmen.

Het jammerhout met engelengeluid
lokt alle engelen de hemel uit.
Verliefd ontkleden klanken zich en zetten
hun naakte niets te kijk als flageoletten.
Hemelse vreugde dooft het helse vuur.
De duivel heeft zijn ziel en heeft hem duur.