De Tweede Ronde. Jaargang 16
(1995)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 167]
| |
Drie gedichten
| |
五年 | |
[pagina 168]
| |
Overzeewij gaan overzee, maar waarheen moet die rivier
ten dode opgeschreven dan nog stromen?
wij draaien ons om, maar achter ons
is geen enkel later leven
is geen enkel leven
het waard steeds opnieuw te leven?
de mensen aan boord staan rechtop, verbijsterd
hun familie haalt adem, onder water in de verte
voortdurend klinkt het klokgelui
hoe langer het aanhoudt, des te minder overtuigd!
de bomen aan de overkant zijn als parende mensen
in plaats van zeeschelpen, zeesterren en zeeanemonen
ligt het zeestrand bezaaid met naalden, watten
en schaamhaar - zien wij nu de overkant?
dus draaien wij ons om, draaien wij ons om als vruchten
maar achter ons - is een grafzerk
neergezet in het sportveld bij de school
alleen de vrouw die aan zee huilt om haar kind, alleen zij
begrijpt hoe eindeloos deze winter is:
als er geen doden zijn, komt er geen eind aan de rivier...
1990 | |
[pagina 169]
| |
30 Juni 1986brief van mijn geliefde, boog over de stille oceaan, uit amerika:
‘het koren is doodgegaan - samen met het kerkhof in het korenveld’
dat was een truc - die neerkwam
op een extra schop tegen een mannenachterwerk
al was hij afgestempeld
voor wel 44 dollarcent
achter deze aanblik ging een vingerwijzing schuil
tekst bij de voordeur van een schoenwinkel in manhattan, bij voorbeeld:
‘wij komen van verschillende planeten’
of, op een van philadelphia naar cincinnati verstuurde
verjaarstaart in drie huidskleuren, de woorden:
‘met een kind de afstand tussen ons helen’
achter deze aanblik geen andere aanblik
de enige aanblik was in san francisco:
uit de kontzak opgediept
een stuk antieke oosterse reuzelzeep
en een zeeman die blinden hielp oversteken
raakte het kwijt in het rommelend heelal.
| |
|