De Tweede Ronde. Jaargang 16
(1995)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 110]
| |
Twee gedichten
| |
Ad SolemAuriga lucis, ignei poli cursor,
Metator aethrae, temperator horarum,
Aevi minister, circulator aeterne,
Lustrator orbis, dissipator umbrarum,
Currus perennis igneaeque quadrigae
Frenator ingens, qui diem vehis purum,
Rursumque vultum surripis tuum mundo
Et candicantis oculis comae flammam:
Cras e lacertis Tethyos tuae rursus
Redibis. At nox occupat meum Solem.
| |
[pagina 111]
| |
Aan de sterrenVlammende broertjes, lievelingen van de nacht,
Soldaatjes, burgers van de gouden hemelpracht,
Die zo gracieus aan 't rusteloze firmament
Lichtvoetig dansend door de heldere velden rent,
Als milde slaap ons lichaam strekt en zacht ontspant
En alle zintuigen beheerst en overmant -
Uit ieder hoekje en elk stralend raam daar hoog
In 't flonkerend paleis, de gouden hemelboog,
Zien jullie nu nog steeds verheven op ons neer.
Verdwijn maar liever. Dousa zie je hier niet meer.
| |
Ad sideraDulces alumni noctis, ignei fratres,
Parvae cohortes, aurei poli cives,
Qui per serenos aetheris vagi campos
Molles choreas ducitis levi planta,
Cum membra nostra molliter reclinata
Victosque sensus occupat sopor lenis,
Quid nunc, ut ante, per domum poli pictam
Et e latebris fornicisque inaurati
Puris fenestris tollitis sacrum vultum?
Abite tandem, non videbitis Dousam.
|
|