| |
| |
| |
Vertaalde poëzie
| |
| |
| |
Twee gedichten
Martín AdánGa naar voetnoot*
(Vertaling Catharina Blaauwendraad)
Sesta ripresa
Quid aeternis minorem consiliis animum fatigas?
Horatius
‘Why indeed?’ the angel said.
Aiken
Ik min de roos van kennis nog het meest,
eenzelvig, in een wereld ongewis;
en ik verwar in haar dat wat zij is
met wat ik was van roos, en niet van geest.
Wanneer de ene ziel de opzet vreest,
die zonder wens of bijbedoeling is,
de andere, met hulp, de hindernis
te boven komt en van haar angst geneest...
Bang voor bedrog sterf ik zo duizend doden
wanneer de roos, bewogen in de hand
in mensen doorslaat tot de binnenkant.
Dat iemand spreke, goddelijk in 't klein,
wat ik niet ben, dat weet hij, door de goden
die ik geweest ben, en mijn droom laat zijn.
| |
Sesta ripresa
La rosa que amo es la del esciente,
La de si misma, al aire de esto mundo;
Que lo que es, en ella lo confundo
Con lo que fui de rosa, y no de mente.
Si en la de alma espanta el vehemente
Designio, sin deseo y sin segundo,
En otra vence el incitar facundo
De un ser cabal, deseable, viviente...
Así el engaño y el pavor temidos,
Cuando la rosa que movió la mano
Golpea adentro, al interior humano...
Que obra alguno, divino por pequeño,
Que no soy, y que sabe, por los sidos
Dioses que fui, ordenarme asá el ensueño.
| |
| |
| |
Declamato come in coda
(In Promptu, dopo V op. 10)
A fathomless and boundless deep,
There we wander, there we weep.
Blake
Amen. So be it. Welcome, O life!
Joyce
Terugkeer naar het Paradijs. Gebied
van witte schaduw, uitgestoten voet.
Ik kom terug van lusten, blind en zoet,
naar waar ik willens, wetens van geniet.
Ach, waarom toch val ik uiteen tot niet?
En waarom is het dat ik smachten moet?
Waartoe is al mijn moeizaam zoeken goed?
Welk lot ligt na mijn dood in het verschiet?
Enkel mijn stem te horen, stil verheven,
mijn stem... die slechts onhoorbaar wordt gehoord...
een levende verzekering van kracht.
Onder een ster die sluimert in de nacht
zoek ik in alles onverdroten voort
naar iets om voor te sterven, als het leven...
| |
Declamato come in coda
Tierra del Paraíso desandado,
Región de sombra albar y pie elidido,
Por donde torno del total olvido,
Ciego gozo, a mi goce, esciente y diado!
¡Ay, por qué me desuno de increado?
¡Ay, por qué desvivirme, mal nacido?
¡Si he de atinar abés, a qué el sentido?
¡Si he de morir asaz, a qué otro hado?
¡Que tan sólo escuchar a mi no oída
Voz... mero oír por inaudito modo...
Ente de la viveza asegurada.
¡Ay que bajo mi estrella, adormilada,
Vivaz he de seguir buscando en todo
Algo porque morir, como es la vida...
|
-
voetnoot*
-
Martín Adán (Lima, 1908-1984), pseudoniem van Rafael de la Fuente Benavides, wordt ook wel de geestelijke vader van het anti-sonnet genoemd. In tegenstelling tot zijn tijdgenoten die zich tegen deze versvorm verzetten, adopteerde hij de vorm en holde die d.m.v. de inhoud uit.
|