De Tweede Ronde. Jaargang 16(1995)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 57] [p. 57] Drie gedichten Kees Hermis Reiziger Als hij is uitgesproken, vertelt hij langdurig over zichzelf Door te zwijgen, zijn ogen te sluiten, een vuist onder zijn kin te ballen, te luisteren naar wat wij niet zeggen Door langzaam op te staan, zijn zoveelste sigaret tussen de lippen, zichzelf te fouilleren op vuur Door te roken zonder ons aan te kijken, geen hout meer in de open haard, het is nog geen nacht maar later Door de eettafel af te ruimen, de gordijnen dicht te schuiven, het is nog geen avond maar verder Door zich uitvoerig te ontlasten, zich te scheren, een bad te nemen, zijn tranen de vrije loop te laten Door zich te kleden als een heer, zich voor te bereiden op een reis waarvan het einddoel openstaat Door uit zijn bibliotheek twee boeken mee te nemen die te verliezen zijn zonder ze kwijt te raken [pagina 58] [p. 58] Door ons nergens voor te bedanken, als passanten te groeten, niets te beloven, niet met terugkeer bezig te zijn Door wat vastligt los te laten, de deur van zijn huis achter zich dicht te trekken, niet meer om te zien, weg te gaan Met in de rug een vraag waarop het antwoord slechts een andere vraag kan zijn Bezoektijd De kamer houdt een tafel vast, stoelen en boekenkast gedragen zich als levenslang gestraften. Ononderbroken op bezoek zijn alleen dagen, nachten. Onafgesproken, ongevraagd bewaken zij nooit tegelijk maar beurtelings de tijd. Een werkelijkheid als grensgebied, naakt tussen zee en land. Door licht en schaduw aangeraakt bestaan de dingen in voorlopig aards verband. [pagina 59] [p. 59] Stilte van weilanden Stilte van weilanden waarin de zomer graast en vredig kauwt op zwijgzaamheid Weilanden die zijn neergedaald, zich hebben uitgestrekt als roerloos open water En ik heb lief het niet-spraakmakende, ongemaskerde, onvoltooid volmaakte gras En ik heb lief het licht dat aan de halmen praat in woorden die niets wegen Helend en enkelvoudig licht waarin geen openingen zijn voor wartaal, misverstand Het naakte, weerloze gesprek van licht en schaduw heb ik lief De ruimte die geen leegte kent maar in haar eigen ruimte past De weilanden in stil beraad, in stil beraad de weilanden als antwoord op wat ik niet vraag Ik heb dit antwoord lief, weet niet waarom en waarom niet Vorige Volgende