de schouder. ‘It's up to you, man!’
Even was zijn blik naar binnen gekeerd, toen fronste hij zijn wenkbrauwen, keek me onderzoekend aan en vroeg wat ik vond van het Paraguayaanse voedsel. Ik zei dat ik wel tevreden was, vooral met de grote biefstukken voor weinig geld.
‘Heb je wel eens worsten gegeten in dit verdomde land?’
Dat had ik niet.
Woedend sloeg hij met de vuist op tafel.
‘De Paraguayanen kunnen geen worsten maken! Dat is het grootste probleem van het land. Ze kunnen geen worsten maken!’
‘Kunnen ze die in Amerika dan wél goed maken?’
‘In Amerika kunnen ze alles maken...’ Zijn Engels was vloeiend, met een typisch Amerikaans accent, maar af en toe kreeg ik het gevoel dat het niet zijn moedertaal was. ‘...en ik wed dat de worsten bij jullie in Holland ook veel beter zijn.’
Mijn vriendin kwam terug en na ook haar op de hoogte te hebben gesteld van de belabberde kwaliteit van de Paraguayaanse worsten, nodigde hij ons uit om bij hem thuis echte worsten te eten. Daar zou ook goede whisky zijn. We zagen er wel wat in en Charlie ging naar buiten om een taxi aan te houden. De uitgetreden vrouw, die de hele tijd aan de bar had staan luisteren, richtte zich nu tot ons.
‘Viel Spass mit Dr. Mengele!’ zei ze en maakte een hoofdbeweging in de richting waarin Charlie zojuist was verdwenen.
Mijn vriendin keek me verbaasd aan. Ik wilde de vrouw om verduidelijking vragen, maar ze draaide zich om en schreed naar de oude jukebox achter in de zaal.
‘Dit lijkt Kuifje wel,’ grinnikte mijn vriendin, ‘zijn we voor een paar daagjes in Paraguay en meteen ontmoeten we Mengele.’
‘Je hebt die medicijnen toch...’
Ze lachte uitbundig. ‘Nog een verklaring voor de rode koppen?’
‘Toch moet je eens naar zijn accent luisteren...’
‘Hij spreekt vloeiend Amerikaans, volgens mij.’
‘De Amerikanen hebben na de oorlog een heleboel nazi's die ze konden gebruiken asiel verleend, en dat gezeur over die worsten...’
Op dat moment riep Charlie dat de taxi was gearriveerd. Tijdens de rit bekeek ik hem aandachtig en speurde naar een dubbele bodem in zijn taal. Maar niets van wat ik zag en hoorde kon ik rijmen met het beeld dat ik van de nazi-arts had. Het plensde nog steeds en de huizen werden door de regensluier vrijwel aan het