De Tweede Ronde. Jaargang 12(1991)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 59] [p. 59] Vier gedichten Jean Pierre Rawie Motto Erop bedacht dat alles brak waarnaar ik maar mijn hand uitstak, dat alle dingen die ik mooi en onontbeerlijk vond ten prooi aan de genadeloze tijd ontluisterd werden en ontwijd, durf ik naar wat ternauwernood is teruggezongen uit de dood niet om te zien. Bij elke zin houd ik de laatste adem in. [pagina 60] [p. 60] In stilte Waar ieder woord werd misverstaan gingen wij bij onszelf te rade en kozen welbewust de paden die slechts in stilte zijn te gaan. Elke gedachte die, geuit, ons armer achter heeft gelaten werd ver van ons ten eigen bate steevast te kwader trouw geduid. Maar wat door nijd en achterdocht in alles en te allen tijde achter de dingen die wij zeiden en die wij deden is gezocht, laat ons in wezen ongemoeid. Wij weten dat dit zuiver zwijgen in ons tot een voldragen, eigen, niet te weerleggen waarheid groeit. [pagina 61] [p. 61] Erf De woning leunt tegen de wind. Verholen steunt het dakgebint. Rondom het huis geen bomen meer, alleen het ruisen van weleer. Weer gaat men het bekende pad met trage tred, verwonderd dat men op het laatst een toevlucht vond in wat al haast niet meer bestond. [pagina 62] [p. 62] Sindsdien Hij is mij toch nog ongemerkt ontgleden. Hij keerde in, en ademde zo diep dat het weer leek of hij alleen maar sliep. Ik liep de trap af, de vertrouwde treden, en voelde reeds dat hij was overleden, nog voor ik hoorde hoe mijn moeder riep. Of hij tot slot aanschouwde wie hem schiep nam hij als laatste raadsel met zich mede. Zo heeft zich op het eind mijn vaders dood gevoegd bij de voldongen misverstanden, als iets waar ik alsnog te kort in schoot. Maar sinds hij mij ontviel, ontwaar ik hem steeds vaker in gebaren mijner handen, en hoor hem spreken door mijn eigen stem. Vorige Volgende