De Tweede Ronde. Jaargang 12

[p. 49]

Twee gedichten
Jan Kostwinder

Twee krijgers^*

Laat ze drinken van de lotusbladeren,
geef ze hun dagelijks bad in nat hooi -
niemand zou toch willen dat onze keizerin
opnieuw vijfhonderd taël zilver verloor?

Ze zijn al in de glazen kom geplaatst,
hun voorpoten als stutten in het zand
geplant. De vraag is wie het snelste springt
en op de rug van de ander landt.

Ik weet, jij wint het want jij bijt het eerst
en ik ga op de vlucht. Als tentzeil in een storm
wapperen je doorluchte vleugels op en neer.

Daarna mogen winnaar en verlorene
herstellen met een rijstekorrel, vliegekoppen
en de plas van pasgeborenen.

* Chinezen zijn verzot op krekelgevechten. Ze gokken op hun krekels en geven de krijgers een speciale verzorging en training. Daarnaar verwijst dit gedicht.

Balsem

Waarnaar te streven -

een tweede leven onder glas,
tesamen met wat snuisterijtjes
uitgestald; dat kan nog.

Kinderen staan over je sarcofaag
gebogen, tik tik tik komt daar
een jonge moeder aangelopen

en snel schik je je
knekels bij elkaar,
toch?