derzoek dat zich speciaal richtte op vingerlengte, landstand en kaaksluiting. Zeer vernederend, ja, maar terwijl ik met opgetrokken lippen en opeengeperste kaken mijn tanden liet zien, loerde ik vanuit mijn ooghoeken naar de zwarte koffers met instrumenten die op de banken langs het klimrek stonden. Koffers met uitpuilingen voor de tuba's en de trombones en rechte koffers zonder uitpuilingen; van klein tot groot, van klarinet tot baritonsaxofoon.
- Laat je handen eens zien, vroeg de heer Wildschut, dirigent.
Ik stak mijn tien elfjarige vingers vooruit. De heer Wildschut trok een bedenkelijk gezicht en dacht kennelijk aan het blaasinstrument dat wordt aangeduid met de naam piccolo. Maar het zou wel degelijk de altsaxofoon worden waarmee ik ongeveer anderhalf jaar nadien, zo goed als op dezelfde plaats, in datzelfde gymnastieklokaal, zou belanden in een nachtmerrie waaruit ik niet kon ontwaken, eenvoudig omdat ik niet sliep. De ergste soort, waarvoor geen woorden zijn.
Uit een nachtmerrie kan men, zoals gezegd, ontsnappen door te ontwaken, zoals men aan een fysieke bedreiging kan ontsnappen door die te ontlopen. Ontwaken of ontlopen, daarin schuilt het verschil tussen droom en werkelijkheid. Maar wat te doen als de droom werkelijkheid is en de werkelijkheid een droom; als men niet kan ontwaken, noch kan ontlopen. Als men zittend achter zijn muziekstandaard, in het felle licht van de lampen, op een geïmproviseerd podium, geflankeerd door slechts drie andere musici, voor een zaal vol mensen, op onverklaarbare wijze, plotseling geen noot meer uit zijn instrument kan krijgen! Wat dan te doen? Ja, wàt? Ja! Wat dàn!
Blazen, zal men zeggen, met zijn volksmond.
Blazen.
Je trekt de onderlip naar binnen over de ondertanden en laat het riet van de saxofoon licht tegen het puntje van de tong rusten. Door nu de tong terug te trekken en tegelijkertijd lucht in het instrument te blazen brengt men het riet in trilling en ontstaat de toon. Kleppen op het instrument dienen voor het regelen van de hoogte der tonen.
Ik kende het stuk van buiten, zo vaak had ik het gerepeteerd; de muzieknotatie lag louter voor de zekerheid op de standaard. Twee weken nadat ik het instrument in bruikleen had gekregen speelde ik al het eenvoudige Tea for Two. Twee weken daarna de Basinstreet Blues. Met mijn ogen dicht. Kort daarop mijn eerste Mars. Maar nu het erom ging, juist nu, kon ik geen enkel geluid meer uit het instrument halen.
Zou ermee geknoeid zijn? Schoot het door mij heen. Het instrument