De Tweede Ronde. Jaargang 12
(1991)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 49]
| |
Bleek vuur verbeeld: Vladimir Nabokovs Pale FireGa naar voetnoot*
| |
[pagina 50]
| |
deze opgave vergelijkt hij met het herstellen van de handvaardigheid nadat men door een explosie zeven of acht vingers heeft verloren. In Pale Fire doet Nabokov verslag van deze dramatische wendingen in zijn leven; het is een autobiografie in de vorm van een roman à clef. De inhoud is als volgt kort weer te geven. In Zembla, een denkbeeldig eiland dat is gesitueerd in het meest zomerse deel van de Barentszzee, regeert sedert eeuwen het koningshuis van de Vseslavs. De jongste telg, Koning Charles, de hoofdpersoon van het boek, een alom bemind vorst, onderwijst incognito literatuur aan de universiteit. Zijn grote liefde is de Engelse literatuur en zijn favoriete auteur is de Amerikaanse dichter John Shade. Een revolutie breekt uit, een explosie doet zich voor in de glasfabriek. Koning Charles wordt gevangen genomen maar weet te ontsnappen. Via een geheime tunnel en de bergkam die Zembla in de lengte verdeelt, weet hij zijn achtervolgers voor te blijven. Onder de schuilnaam Kinbote vestigt hij zich in de VS en kan door een gelukkig toeval het huis huren dat naast dat van de dichter is gelegen. Maar de revolutionairen in Zembla die hebben besloten hem te vermoorden, slagen erin zijn spoor te hervinden. De moordenaar Gradus wordt uitgezonden om de koning te doden. Op het moment dat Gradus Kinbote heeft gevonden, is deze in het gezelschap van de dichter, die juist een groots gedicht heeft voltooid. In plaats van Kinbote schiet Gradus de dichter dood. Kinbote neemt het gedicht mee naar een oord in de bergen, waar hij het, bij wijze van commentaar, voorziet van zijn levensverhaal. De twee personen, Gradus en Shade, representeren Nabokovs levensstrijd: Gradus de dodelijke aantrekkingskracht die het heimwee op hem uitoefende en Shade zijn roeping als kunstenaar. Als hij deze roeping met succes wil volgen, mag hij niet toegeven aan zijn nostalgie. Shade immers toont in zijn gedicht wat de werkelijk belangrijke levensvragen zijn: de liefde en de onsterfelijkheid. En dat Kinbote er in slaagt het gedicht te bemachtigen terwijl Gradus wordt verslagen, toont dat Nabokov als overwinnaar te voorschijn komt. Pale Fire volgde onmiddellijk op Lolita, zijn eerste succes van wereldformaat. Pale Fire is niet alleen een ongeëvenaard mooi, spannend en geestig boek, het is ook een extreem gecompliceerd werk. Nabokov, die het samenstellen van zijn romans beschouwde als een ‘foltering’, noem- | |
[pagina 51]
| |
de de compositie van dit boek zijn ‘zwaarste’ opgave. Het heeft tot de meest uiteenlopende interpretaties geleid. Hier zullen de argumenten om Pale Fire als een allegorische autobiografie te zien (Nabokov spreekt zelf over ‘het verdraaien van mijn eigen ervaringen tijdens het bedenken van Kinbote’) worden getoond aan de hand van een aantal thema's. | |
Het driemanschapPale Fire bevat vele aanwijzingen dat Gradus, Shade en Kinbote samen één persoon vormen. Zo begint Gradus aan zijn moordopdracht op precies dezelfde dag waarop Shade aan zijn gedicht begint. Gradus behoort tot de groep rebellen die zich de ‘Schaduwen’ noemen en natuurlijk geeft de naam van de dichter ook aan dat Shade zelf een schaduw is. De eerste regel van het gedicht, ‘I am the shadow of the waxwing slain’, bevestigt dit. Kinbote is, in onze lezing, de ‘waxwing’, of pestvogel die tot de familie behoort van de zijdestaarten. (De zijdestaart komt ook voor op het familiewapen van het Zemblaanse koningshuis.) De ornithologische verwantschap reikt
1 Tanagra lunulata
verder: Gradus' vader heet ‘Martin’ (zwaluw) en dat is ook de meisjesnaam van Sybil, de vrouw van de dichter, ‘Irondell’ (afkomstig van ‘l'hirondelle’, zoals Kinbote schrijft, het Franse woord voor zwaluw). Volgens Kinbote gaat Gradus ook schuil in de dichtregel ‘Alike great temples and Tanagra dust’ (7de t/m 2de letter van achteren). Het stol verwijst naar de Griekse stad Tanagra, waar de bekende beeldjes uit de oudheid werden gevonden, maar de Tanagra is ook een bekende Amerikaanse vogel. Afbeelding 1 toont de Tana- | |
[pagina 52]
| |
gra lunulata, ‘lunula’ betekent ‘kleine maan’. De maan die zijn ‘bleke vuur’ afstond aan de titel van de roman, speelt een belangrijke rol. Kinbote wordt aangeduid als een ‘lunatic’ en als ‘moonstruck’: maanziek. Kinbotes geboorte- en sterfdag vallen op een maandag, de dag die met zijn naam verwijst naar dit hemellichaam. De maan ontleent zijn licht aan de zon maar in de regels van Shakespeare (Timon of Athens, 4de acte, 3de scène, r. 438-445) waaruit de titel afkomstig is, zien we dat er sprake is van wederzijdse dieverij: de zon is evengoed een dief als de maan. Op de dag (21 juli 1959) dat Shade het gedicht aan Kinbote toevertrouwt, waarna Gradus te voorschijn komt, een ontmoeting die beide schaduwen noodlottig wordt, heeft de maan juist zijn volle wasdom bereikt, terwijl de ontmoeting plaatsvindt bij ondergaande zon. Dit en het feit dat vervolgens beide schaduwen van het toneel verdwijnen, symboliseert Kinbotes dubbele overwinning: hij is zijn heimwee te boven gekomen en hij heeft zijn artistieke roeping voltooid. Als Kinbote uit Zembla vlucht heeft hij slechts één bezitting bij zich, namelijk de Zemblaanse vertaling van Timon of Athens. Het maan-thema kent nog meer variaties. In een van de varianten van het gedicht wordt bijvoorbeeld gesproken van ‘maanvlinder’ (afb. 2). Deze vlinder, de Actias luna, waarvan
2 Maanvlinder
| |
[pagina 53]
| |
de rupsen zijde produceren, weeft een volgende draad tussen de zijdestaart, Kinbote en de maan. De naam Kinbote die in verband wordt gebracht met woorden als ‘Botkin’ en ‘Bodkin’, kent ook vele interessante connotaties. In de Engelse taal bestaat de wending ‘to sit bodkin’ als het gaat om een persoon die is ingeklemd tussen twee anderen omdat er eigenlijk maar plaats is voor twee. Dus kan men in ‘Kinbote’ ook een omkering van de betekenis zien: een persoon ingeklemd tussen twee anderen terwijl er eigenlijk maar plaats is voor één. Kinbote is Nabokov achtervolgd door zijn heimwee op weg naar zijn artistieke bestemming. Zal Kinbote slagen? Intussen kennen we het antwoord. Lolita behoort met Pale Fire tot de grootste romans van deze eeuw. In Pale Fire figureert Lolita als een orkaan die over het land raast. De dochter van de dichter, Hazel Shade, is geboren in hetzelfde jaar als Lolita, namelijk 1934. Als we Lolita's initiaal aan haar achternaam, Haze, toevoegen, krijgen we Hazel. Een derde samenhang loopt via moederszijde. Lolita's moeder heet Charlotte Becker, precies zoals de moeder van de Russische dichter A.A. Fet (1820-1892), die was getrouwd met Maria Botkin (afb. 3). Het En-
3 Odilon Redon, Marie Botkin
| |
[pagina 54]
| |
gelse ‘bottekin’ is een ‘bottine’, een ouderwets dameslaarsje waaraan de naam Botkin volgens Kinbote ontleend zou zijn: ‘iemand die bottines maakt’. Dat is misleiding. Net zoals de naam Poesjkin wordt de naam Botkin verklaard uit de aanduiding van personen die gemakkelijk met dolk (‘botkin’) of geweer (‘poesjka’, Russ.) omgaan. Toch is de verwijzing naar die schoenmaker veelzeggend. Behalve de verwijzing naar Tolstoj die zijn eigen schoenen maakte en de Vanessa atalanta (de vlinder, het symbool voor het eeuwige leven dat in vrijwel elk boek van Nabokov voorkomt) die behoort tot de familie van de schoenlappers, is er de passage in The Gift waar de hoofdpersoon zegt dat het vooral in zijn voetzolen is dat hij het heimwee naar Rusland bewaart. Wie schoenen maakt, beschermt zich dus tegen dit heimwee. Als men het levenspad aflegt, laat men voetafdrukken na, en ook deze komen in de roman aan de orde. In Pale Fire wordt verwezen naar een verhaal van Conan Doyle dat ‘Het geval van de omgekeerde voetafdrukken’ zou heten. Dit verhaal bestaat niet; de voetafdrukken komen voor in ‘The Empty House’. Hierin vertelt Holmes aan Watson over de ontmoeting met zijn levensgevaarlijke rivaal Moriarty bij de watervallen van Reichenbach (afb. 4). Om aan zijn achtervolgers te kunnen ontsnappen zegt Holmes dat hij natuurlijk zijn schoenen omgekeerd had kunnen onderbinden maar dat ‘de aanblik van drie sporen in één richting zeker op misleiding zou hebben gewezen’. Ditzelfde geldt voor het triumviraat uit Pale Fire dat door interne tegenstellingen de allegorische eenheid verhult. | |
Culturele erfenisTijdens het krijgsberaad in Orenburg in De kapiteinsdochter van Poesjkin legt de generaal na een ‘uitermate heldere en gedetailleerde uiteenzetting’ aan zijn staf de vraag voor welke tactiek men zal volgen, ‘de offensieve of de defensieve’. Zo is het ook met het verweer tegen ballingschap, men kan proberen zich ertegen te wapenen maar men kan haar ook bestrijden door haar te relativeren. Ballingschap bestaat niet zonder verbondenheid met een bepaalde locatie; naarmate men de locatie vergroot is de kans op verbanning geringer. Nabokov, die eerst Rusland en vervolgens Europa als balling moest ontvluchten, heeft dit probleem grondig aangepakt en zich in Pale Fire het gehele noordwestelijk halfrond toegeëigend. Las hij al niet eer- | |
[pagina 55]
| |
4 J.M.W. Turner, De watervallen van Reichenbach
| |
[pagina 56]
| |
der Engels dan Russisch? In Pale Fire wordt de gehele westerse cultuur als één geheel beschouwd en het begin ervan wordt gelegd bij de Scandinavische en IJslandse cultuur. De Vikingen, die in de elfde eeuw Amerika al hadden ontdekt, lieten sporen na in de oudste literaire werken van de Engelse en Russische literatuur en Pale Fire bevat vele toespelingen op dit Noordse erfgoed, bijvoorbeeld in de verwijzingen naar de Edda, naar de contacten van de Engelse Koning Alfred (848-900) met de Noor Ohthere en naar de naam Eystein die in vele Noordse saga's voorkomt. Ook het Zemblaans dat in Pale Fire gebezigd wordt, een soort Germaans-Slavisch esperanto, accentueert deze suggestie van een Noordse bakermat. De band tussen de Engelse en Slavische literatuur wordt op vele plaatsen hecht aangetrokken. Zo wordt verwezen naar V. Botkin (afb. 5), een broer van Mevrouw Fet, schrijver van een belangrijk essay over de Engelse literatuur vóór Shakespeare waarin de Scandinavische invloeden en de plaats van Koning Alfred reeds aan de orde komen. De Engelse geschiedenis wordt nauw verweven met die van Zembla door het laten samenvallen van hun beider revoluties. Kinbote noemt zichzelf Karel II, terwijl hij in Zembla Karel de Beminde heette. Kinbote, die ontsnapte via een boot uit de ‘Golf van Surprise’, verlangt regelmatig terug naar zijn mooie ‘Boscobel’. Toen Ka-
5 D. Grigorovitsj: V. Botkin, I. Toergenjev en A. Droezjinin
| |
[pagina 57]
| |
6 Koning Karel II
7 Huize Boscobel
| |
[pagina 58]
| |
rel II van Engeland (afb. 6) na de Slag van Worcester (1651) trachtte te ontsnappen aan Cromwells soldaten, verstopte hij zich in de eikebomen in het bos rond Huize Boscobel (afb. 7) en slaagde erin na zes weken van spannende avonturen naar het continent te ontsnappen via de kolenbrik Surprise. Mogelijk dat Nabokov door het trekken van een parallel tussen deze Engelse revolutie en de Russische revolutie heeft willen preluderen op zijn literaire terugkeer naar zijn vaderland, gelijk Karel II, die reeds na een tiental jaren van ballingschap als koning werd ingehuldigd. (Inmiddels weten we dat Nabokovs terugkeer veel sneller is verlopen dan hij kon vermoeden. Bij de presentatie van de eerste delen van de Nederlandse vertaling van de volledige werken door De Bezige Bij op 13 februari jl. eiste de ambassadeur van de Sovjet-Unie Nabokov al op als een exclusief Russische schrijver.) Engeland heeft zijn eigen Noorden in de vorm van Schotland en ook de Schotse cultuur krijgt in Pale Fire volop aandacht. Hazel Shade verwisselt het tijdelijke leven voor het eeuwige in het meer Lochanhead, ‘Lochan’ is Schots voor ‘meertje’. Haar leven en dood worden verhaald in Canto 2, waarvan Nabokov terecht voorspelt dat het ‘your favorite’ is. In tweehonderd dichtregels wordt haar levensloop verteld, alsook de noodlottige afloop. Op de avond van haar zelfmoord kijken haar ouders naar de televisie en met onvoorstelbaar vakmanschap en compactheid weet Nabokov de troosteloosheid van de TV te verweven met die van Hazels leven, en voor beiden betekent het einde een verlossing:
‘Zet af dat ding!’ Het leven knapte met
Een slinkend lichtje, in oneindigheid
Verzinkend.’
Mary McCarthy stelt dat Hazels naam is ontleend aan Sir Walter Scott, en wel de 31ste dichtregel van het eerste canto van The Lady of the Lake: ‘In lone Glenartney's hazel shade’ (Zie afb. 8. Curieus genoeg heeft Turner zich door dezelfde dichtregel laten inspireren, de woorden zijn vermeld op de rots linksonder op zijn gravure.) Het eerste canto verhaalt de tocht van een jager (de Schotse koning James V, zijn jachtuitrusting dient als vermomming) die hem naar de oevers van Loch Katrine brengt. Wie van Loch Katrine door het wonderschone gebied van de Trossachs naar Glen Artney gaat, passeert Glenfinlas. Dit dal ver- | |
[pagina 59]
| |
8 J.M.W. Turner, Glenartney
schafte opmerkelijk genoeg de titel voor een ander gedicht van Sir Walter Scott: ‘Glenfinlas, or Lord Ronald's Coronach’, en het is onder deze subtitel dat we vernemen dat de Schotse tutor dit gedicht leerde aan prinsesjes. Scotts genie was zo dominant dat hij aan het begin van de vorige eeuw de klokken van alle westerse nationale literaturen gelijk zette, van Amerika tot Italië en Rusland. Ruslands grootste dichter, Aleksander Poesjkin, koesterde een enorme bewondering voor hem en zag Scott als een uitdaging. ‘Ik zal hem overtreffen,’ heeft hij eens gezegd, maar Maarten 't Hart heeft gelijk als hij zegt dat hem dit als romanschrijver nooit gelukt is. De verwijzingen naar Poesjkin, die door Nabokov als de grootste dichter werd beschouwd, zijn veelvuldig. Kinbote sterft op 19 | |
[pagina 60]
| |
oktober, de verjaardag van Poesjkins lyceum, waarvoor de dichter telken jare een herdenkingsgedicht schreef. Het laatste, uit 1836, bleef onaf, precies zoals het gedicht in Pale Fire in zekere zin ook onaf bleef. Wat Poesjkin op die dag in 1836 wel voltooide was zijn roman De kapiteinsdochter, die gaat over een ingebeelde tsaar. Barton Johnson geeft in zijn toonaangevende studie aan hoe in Nabokovs werk zijn tweetalige schrijverscarrière wordt verbeeld door de dubbele regenboog. Deze regenboog verschaft de sleutel voor een van de moeilijkst te kraken geheimen van Pale Fire, de naam Dulwich. Zowel Kinbote als Shade wonen aan de Dulwicherweg en vanaf deze weg voert een bospad langs het Dulwicherbos naar Dulwich. Tijdens een wandeling over dit bospad memoreert Shade hoe hij er eens met een kennis wandelde van wie het zoontje bij een bepaalde plaats opmerkte: ‘Here Papa pisses’. Met een klinkeromkering krijgen we de titel van het bekende gedicht van Robert Browning, Pippa Passes, en in dit gedicht wordt verhaald van een dubbele regenboog, zo mooi dat deze het verdient als herinnering meegenomen te worden naar gene zijde van de dood. Volgens Brownings eerste biograaf, de Schot William Sharp, zag Browning deze dubbele regenboog in Dulwich Wood, waarvan nu nog een klein bosje over is (afb. 9). (Dulwich ligt enkele kilometers ten zuiden van de
9 De restanten van Dulwich Wood
| |
[pagina 61]
| |
City van Londen.) Met dit symbool verbindt Nabokov zijn literaire carrière met de onsterfelijkheid en wordt de boog gesloten. Scott en Browning zijn slechts twee dichters van de 25 die Nabokov in Pale Fire noemt, of naar wier werk hij verwijst. Zij maken deel uit van zijn culturele erfgoed. Nabokov geloofde in een literaire evolutie, het werk van anderen zag hij als hetgeen waaraan men verder moet werken. Om te ontsnappen uit Zembla moet de koning de bergkam oversteken. De koning kiest hiervoor de pas die begint aan de voet van de Mandevilberg. Het is curieus om te noteren dat Nabokovs zoon Dmitri vertelt dat zijn vader hem op de Zwitserse berg La Videmanette toevertrouwde dat hij zijn leven als geslaagd beschouwde en dat hij op het gebied van de kunst had bereikt wat hij had nagestreefd. La Videmanette (afb. 10) ontleent haar naam aan een top waarachter een bergplateau, La Videman, schuilgaat. ‘La Videman’ is een anagram van ‘a Mandevil’, een naam die in Pale Fire niet alleen aan de al genoemde berg is gegeven, maar ook aan het Mandevilbos, alsook aan twee Zemblaners, Mirador en Radomir Mandevil.
10 La Videmanette, Vaux
| |
[pagina 62]
| |
Zoals het stelen van zonlicht door de maan iets is waar niemand slechter van wordt maar waarvan men wel veel profijt heeft, zo is het ook met de literatuur, waarvan de uitwisseling verrijkend kan werken. Via Hodge, de lapjeskat van Dr. Johnson, worden we in Pale Fire geleid naar Bernard de Mandeville (1670-1733), een Nederlander die zich na zijn doktersopleiding in Leiden vestigde in Londen en het geruchtmakende filosofische werk The Fable of the Bees schreef. Hij was van mening dat stelen niet schadelijk was als het maar neerkwam op het doorgeven van eigendom. Zo kan men het gedicht uit Pale Fire beschouwen als een weefsel waarin ook vele juwelen uit de Engelse literatuur op originele wijze zijn verwerkt. | |
OnsterfelijkheidDe taxusboom verschaft in Pale Fire een voorbeeld van een internationale woordspeling. In het Frans heet de boom ‘if’, welk woord in het Engels ‘als’ en ‘of’ betekent, terwijl in deze taal de boom ‘yew’ heet, waarvan het anagram ‘Wye’ (homoniem van ‘waarom’), veelvuldig in de tekst voorkomt. De taxusboom is een van de symbolen van de onsterfelijkheid; het is de enige conifeer die op oud hout uitloopt. Bovendien kan deze boom, waarvan de takken als van een fontein donkergroene gewelven vormen, de leeftijd van duizend jaar bereiken. Een ander symbool dat naar de eeuwigheid verwijst, het cijfer acht, komt ook frequent voor in de roman. De tunnel waardoor de koning ontsnapt, dankt zijn bestaan aan Iris Acht en heeft een lengte van 1.888 yards. Wordsworth combineerde beide symbolen toen hij acht taxusbomen liet planten op het kerkhof van Grasmere. Onder deze bomen ligt hij begraven (afb. 11), een fraai voorbeeld van drievoudige onsterfelijkheid. Van alle Engelse dichters is Wordsworth mogelijk degene met wie Nabokov zich het allermeest verwant voelde. Zij hebben veel gemeen: hun herinneringen als bron van verbeelding, de band met de natuur, hun geloof in de kindertijd als venster naar de tijdloosheid, hun vrijwel absolute waarnemingsvermogen, hun metafysische aanspraken en hun geloof in de onsterfelijkheid. De beelden waarin zij dit tot uitdrukking hebben gebracht, vertonen soms een treffende gelijkenis. Het literaire vermogen om de kinderjaren, en daarmee de kijk op de eeuwigheid, te hervinden, staat ook centraal in de befaamde zet- | |
[pagina 63]
| |
11 Het graf van Wordsworth te Grasmere
fout van Pale Fire. Shade heeft eens, op de grens van leven en dood, een visioen van een fontein gehad en beschouwt deze als een aanwijzing van het leven na de dood. Dan leest hij opeens dat een dame, die net als hij schijndood is geweest, in die toestand ook een fontein heeft aanschouwd. Shade ziet hierin een doorslaggevend bewijs. Maar helaas, naspeuringen leveren op dat zij niet een fontein heeft gezien, maar een berg, door een zetfout (fountain/mountain, slechts één letter verschil in het Engels) als fontein in het blad terechtgekomen. Shade merkt vervolgens op dat het hiernamaals afhangt van een zetfout, maar bedoelde hier het omgekeerde mee van de uitleg die altijd aan deze opmerking is gegeven: de zetfout vernietigde niet zijn symbool, maar redde het. De literare onsterfelijkheid danken schrijvers immers aan hun inspiratie, die zij volgens de Griekse mythologie kregen door het drinken van het water van de bergbronnen op de Parnassus, geslagen door Pegasus, het gevleugelde paard der dichters. | |
[pagina 64]
| |
In Geheugen, spreek zegt Nabokov dat diep verscholen in elk mens het verlangen zit om de zwaartekracht te overwinnen. Kinbote houdt ‘steinmannen’, die de koning bij zijn ontsnapping over de bergpas tegenkomt, voor een herinnering aan een opstijging, terwijl ‘cairns’, want daar gaat het om, gedenktekens voor overledenen zijn (afb. 12). Kinbote vergelijkt zich ook met een ‘waxwing’, een pestvogel, letterlijk een ‘wasvleugel’, waarbij de was verwijst naar de zijdeglans die het verenkleed van deze vogel kenmerkt. Maar net als in het Engels verwijst ‘was’ ook naar groei (verg. ‘aanwas’); met andere woorden Kinbotes vleugel is nog niet volgroeid, zijn literaire werk is nog niet voltooid. En bovendien is er ook Daidalos die voor zijn zoon en voor zichzelf vleugels van was maakte om daarmee weg te kunnen vliegen van het land waar ze gevangen werden gehouden. In Childe Harold verbeeldt Byron de overgang naar de onsterfelijkheid ook als een vlucht die mogelijk wordt als zijn vleugel voldoende is ‘gewassen’ (canto 3, vers 73, r. 7 en 8).
12 ‘Steinmannen’
| |
[pagina 65]
| |
In Pale Fire wordt naar meer dichters verwezen die hetzelfde beeld gebruikten, zoals Thomas Flatman (‘A Thought of Death’), John Milton (‘Comus: A Masque’) en Alexander Pope (‘The Dying Christian to his Soul’). Als men de wereld wil verlaten door in de hoogte op te stijgen vormen bergtoppen een goed uitgangspunt. Bergtoppen die onbegaanbaar zijn voor stervelingen, verwijzen letterlijk naar het bovenaardse. Vele dichters, met name de Engelse romantici, hebben bergtoppen, vooral die van de Mont Blanc, als zodanig bezongen (afb. 13). Coleridge spreekt in zijn ‘Hymn before Sun-rise, in the Vale of Chamouni’ van de Mont Blanc als van de ambassadeur van de aarde in de hemel. En Wordsworth zag in de top van deze berg, zo schrijft hij in The Prelude (zesde boek), een van de ‘symbolen van de eeuwigheid’. Ook Shade, Kinbotes hofdichter zoals hij hem graag zou hebben gezien, schreef gedichten over bergen, zoals ‘Mountain View’ en ‘Mont Blanc’. Die laatste titel was overigens al vergeven aan het bekende gedicht van Shelley waarin hij het raadsel van het leven en de dood probeert te ontvouwen. Zou dit ontstijgen aan de aarde ook de sleutel kunnen zijn voor het raadsel van het hoefijzerspel, graag gespeeld door Tolstoj (afb. 14), dat zo duidelijk hoorbaar is op die stralende zomeravond waarop Shade, Kinbote en Gradus voor het eerst te zamen waren? Kan het zijn dat Pegasus op dat moment zijn hoeven aftrapt omdat hij voortaan alleen zijn vleugels zal gebruiken, ‘spurning the clay-cold bonds which round our being cling’, zoals Byron schreef?
13 De Mont Blanc en het dal van Chamonix
14 Tolstoj speelt ‘gorodki’, een spel met hoefijzers, in 1909.
|
|