De Tweede Ronde. Jaargang 12(1991)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 49] [p. 49] In Memoriam Wanda Pieter A. Kuijk Zondagochtend vroeg, horen bellen bij de buren er draait een auto stationair Lizette, ze wordt opgehaald ze draagt een tennistas ze zwaaien - Zomer drieënveertig, ook een zondagochtend vroeg, jij die doorvlucht naar de tuinen ook een auto in de straat, een motor die maar door blijft draaien; de tuindeur zien die openstaat, je sporen in de aarde. [pagina 50] [p. 50] Hij schoot vogels uit de bomen voor de oorlog later greep hij mensen, gaf ze over aan de dood. November toen je op hem schoot; bladeren die aan je schoenen kleefden toen je binnenvloog - Ik woon zo anders tegenwoordig, niet meer die deur tussen twee ramen aan de straat, een wijk die, als je me nog zoeken kon, allang niet meer bestaat. [pagina 51] [p. 51] Binnenstad, verduistering die ook ons kleine raam omvatte, jou als je toch de straat op ging; onze torenkamer, op een nacht de hemel harder dan de daken ‘ik moet gaan, tot straks, ga slapen’ - de slechte slaap van hout, gemompel in de balken; dan staan de dingen als gebeurtenissen in een bak die geen aarde voor ze heeft dan gaan de dingen dood dan is de kamer leeg. * Had ik ze liever niet geschreven die paar gedichten over ons? Mijn lange leven nog, na jou: soms huilt het, stampvoet als een kind wanneer ik voor de spiegel er de grijsheid van mijn ongeloof in vind vol eigen tijd, steeds warser van een waarheid die aan waarheid wint hoe meer de werkelijkheid erin gelogen, de onze, die ik steeds meer in mijn botten vind en nog maar zelden in mijn ogen. Vorige Volgende