De Tweede Ronde. Jaargang 12(1991)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 44] [p. 44] Twee gedichten Jan Kostwinder Jaloezieën Haar hoofd wiegelt als een pompelmoen op een steeltje, zo leest ze in haar biografie dat ze maanziek is. De erotiek van vreemde woorden maakt verliefd, zegt ze. Ze spelt haar zinnen uit. Het glanzendst geverniste poppetje van het draaiorgel is ze; ze draagt een versuikerde poederpruik. Laat de jaloezieën neer - zij ziet zoveel kleine dieren snel bewegen - ze herkennen haar alweer. [pagina 45] [p. 45] Torenflat Een man valt uit zijn bed. Gaten vallen in de boekenkasten, in de hoeken van de kamer zijn langspeelplaten neergezet. De wind suist rond de torenflat, iemand fluit naar een vrouw op het jaagpad langs de spoorbaan. De man kijkt uit zijn raam. Hij droomt al dagen van het skelet tussen de ligusterhagen. Ieder kwartier klinkt het geluid van aankomst en vertrek. Ze heeft het op een lopen gezet. Vorige Volgende