De Tweede Ronde. Jaargang 10(1989)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 20] [p. 20] Drie gedichten Job Degenaar Maart en knikkers Verraden door de winter die onverwacht verdween verbrokkelt de marmeren vijver en stroomt met wolken vol In struiken waar, tussen resten van vorig leven, al wat groenigs lekt, ligt verwilderd, haast van hout weer, een waaier van kranten uit oktober Langs tochthoeken botsen knikkers met eeuwigheid Wat maart wil Op 't zoveelste moment van voorbijgaan stonden de krokussen als eerste op haast vanzelf volgde de mens, liep een kerk in om aanspraak op wat eeuwigheid en zocht verpozing langs de Amstel Eindelijk bij het theehuis zweeg de auto; men dronk maar kon zijn geluk niet op, zocht z'n zegje en struikelde over een doorkijkbloes - Nog voor de terugtocht sloeg hagel tegen 't heden [pagina 21] [p. 21] Iemand Gedempt licht van schimmige wolken ontkent wat op zichzelf wil staan - Iemand poogt wie hij is te zijn, slaat strakker zijn sjaal om zijn hals en wacht tot hij het donker heeft gevonden dat van huizen kamers maakt Om hem heen is men overal alleen in het licht de klapwiekende duif vindt geen gehoor om de lente af te kondigen Waarop gewacht dan? tot alles is stilgevallen? men zichzelf vindt onder de zoden? tot men eindelijk geen kant meer op kan? Vorige Volgende