De Tweede Ronde. Jaargang 7
(1986)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 154]
| |
Op het Colosseum
| |
IXPraestitit exhibitus tota tibi, Caesar, harena
quae non promisit proelia rhinoceros.
o quam terribilis exarsit pronus in iras!
quantus erat taurus, cui pila taurus erat!
| |
14Een zwanger everzwijn, door rijpe dracht wat zwaarder,
Werd door een speerwond moeder van een jong, dat niet
Bleef liggen, maar snel wegkroop en haar sterven liet.
Zo kan een onverwachte tref nog opzien baren.
| |
XIVSus fera iam gravior maturi pignore ventris
emisit fetum, vulnere facta parens;
nec iacuit partus, sed matre cadente cueurrit.
O quantum est subitis casibus ingenium!
| |
17De vrome olifant, die voor Uw voeten, Caesar,
Een knieval maakt, maar eerst de schrik was van een stier,
Doet dat niet na een lesje van zijn oefenmeester:
Geloof me, ook zo'n beest voelt wie de god is hier.
| |
XVIIQuod pius et supplex elephas te, Caesar, adorat
hic modo qui tauro tam metuendus erat,
non facit hoc iussus, nulloque docente magistro,
crede mihi, nostrum sentit et ille deum.
| |
18Ze was gewend haar meesters hand heel lief te likken,
Die tijgerin, de trots van het Kaukasisch woud,
En kijk, nu scheurt ze een felle leeuw finaal aan stukken,
Iets ongekends, iets wat nog nooit zo is gebeurd.
Ze hield zich koest, zo lang ze in hoge bossen woonde,
Maar sinds ze hier bij ons is, wordt ze aardig woest.
| |
XVIIILambere securi dextram consueta magistri
tigris, ab Hyreano gloria rara iugo,
saeva ferum rabido laceravit dente leonem:
res nova, non ullis cognita temporibus.
ausa est tale nihil, silvis dum vixit in altis:
postquam inter nos est, plus feritatis habet.
|
|