De Tweede Ronde. Jaargang 7
(1986)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 76]
| |
Willem van den VondelGa naar voetnoot*
| |
[pagina 77]
| |
verliezen. Verder - de langere tochten heb ik niet te voet willen afleggen; dit toch kwam mij niet verstandig voor, daar het mij een ziekte op de hals gehaald of althans mijn gezondheid benadeeld zou hebben; maar de kortere wel. Te voet ben ik van Parijs uit het beroemde koninklijke slot van St. Germain en St. Denis gaan bezichtigen; van Florence naar Pratelino, 32 mijlen gaans; van Napels naar Puteoli, 20 mijlen; van Rome naar Tivoli, 40 mijlen; maar van hier teruggekeerd dan ook onder plechtige eden gezworen voortaan niet meer te voet te gaan. Gij slaat de reis naar Napels af, doch te laat, daar ik naar rechtsgeleerd gebruik Uw stilzwijgen als toestemming had beschouwd. De onkosten zijn hierdoor, naar ik schat, 50 goudguldens hoger gelopen, en toch hebben we, God zal me liefhebben! op de gehele reis geen middageten gebruikt en zijn we te voet naar Puteoli gegaan. Doch verwonder u niet langer over uitgaven, door al wat we heerlijks gezien hebben zo ruimschoots vergoed. Ik som dit alles hier niet op, maar gij zult het zelf lezen wanneer ge mij weder bij u ziet, daar ik alles zoveel mogelijk op papier heb gebracht, en reeds is mijn reisverhaal tot de omvang van een behoorlijk boekje uitgedijd. Herman heeft een brief medegenomen; gelief daarin katholikijn, zoals er geschreven staat, te verbeteren in katholikon, en leestekens te plaatsen; geef hem echter niet aan Jan Reyniersen, aan wie ik hem geschreven heb. Of ik te Siena of te Orleans de winter zal doorbrengen, heb ik nog niet vast besloten. Toch zal ik gedwongen zijn moeders verlangen te vervullen en ‘mijzelve ontrieven om haar niet te grieven’. Daar verder de rest van uw brief overeenkomt met de woorden van moeder, kunt gij in mijn schrijven aan haar het antwoord vinden. Vaarwel, met kraamvrouw en kroost. Kijk, daar wordt me nog een tweede brief, van 26 januari, gebracht. Hij dunkt me een herhaling van de vorige, en daarom kan ik mij van antwoord onthouden.
Rome, 15 maart 1625 |
|