De Tweede Ronde. Jaargang 7(1986)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 45] [p. 45] [Gedichten Leo Vroman] Dandelieland Leo Vroman Parkeerplaats Pijf in Mensenstad schrok op een dag in slaap doordat hij zag dat hij een barstje had. Diezelfde nacht bij volle maan wat voelde hij daar binnen gaan? Een pluisje met een zaad eraan. De winter kwam de winter ging. Pijf deed verliefd een kleine ring van kruimpjes om het onschuldig ding en zelfs in een week of vijf van persen wierp de dorre Pijf wat aarde uit het oude lijf. Hij had van kunstmest geen verstand maar droomde zich als Platteland en zo ontlook de paardeplant. Pijf kon haar fijne wortel voelen tasten en naar binnen woelen en genoot van dit bedoelen. Op zomerwarme ogenblikken liet Pijf zich door haar blaadjes likken. Van haar knop moest hij eerst schrikken maar o wat had hij willen zingen toen haar bloempjes open gingen: ‘Uw gulden Licht als Waterkringen zich spreidend lijk 't ontwaakt Struweel maakt mij al Gans ten onderen Geel’ dacht Pijf en keek van stomheid scheel. [pagina 46] [p. 46] Maar stil: werd er niet meer gegroeid? De paardebloem opeens vermoeid liet alles gaan, was uitgebloeid. Pijf hield zich stijf en bleef bij haar vol hoop en op een dag zowaar ontwaarde het nu gehuwde paar dat zij een zilveren pruikje kreeg. Dit bracht bij Pijf veel trots teweeg. Zij voelde zich daarentegen leeg, zij wilde van haar zaden af en dacht aan Pijf als aan hun graf. O als hij maar eeeen zuchtje gaf! Was het grondgas? Verdriet? wie weet het Pijf wist het zelf niet maar deed het. Het deed wel pijn en zelfs haar speet het. Als in een licht en donzig wenen vlogen haar pluisjes op en schenen even te huiveren, en verdwenen. Wat mag zelfs een parkeerplaats baten als een moeder wordt verlaten en haar kroost verkiest de straten? Haar witte kopje kaalgeschoren neigde als in schuld verloren. Pijf echter voelde haar herboren. Niet slecht gevoeld: men mag nu roemen op een wijk vol paardebloemen die zich Dandelieburg liet noemen. Nog later echter werd de stad ik weet niet meer door wie of wat herdoopt, nu tot Parkerabad. [pagina 47] [p. 47] Moralen 1.Een zucht kan tegen al diens wetten een wereld aan het bloeien zetten. 2.Wat weet wie in de biologie voor wat bestaat en wat voor wie. 3.Alle dingen alle tijden hebben recht op medelijden. (Brooklyn, 23 november 1986) Vorige Volgende