De Tweede Ronde. Jaargang 7(1986)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 23] [p. 23] Vier gedichten Nico Scheepmaker Vakantiehuisje Vakantie is voor slome duikelaars een welhaast ideale tijdpassering. Ze hoeven maar een drietal weken 's jaars en 't is ook iets dat màg van de regering. Het is een leven zonder veel gemaars, al is het niet verstoken van ontbering: het licht komt om de avond van een kaars en het matras is zonder binnenvering. Maar och, wat zul je in den vreemde klagen? De ligstoel is een wonder van vernuft en daarin slijt je toch de meeste dagen die in zo'n huisje worden weggesuft. God heeft de mens zijn vrije tijd gegeven om iets terug te pakken van zijn leven. [pagina 24] [p. 24] Aftakeling De ouderdom, die met gebreken komt, is bijna klaar met zijn omsingeling. Al wat ik ben is nog herinnering: het meeste heeft de tijd al uitgegomd. Al ben ik nog mijzelf, ik ben vermomd, een soort nostalgische tentoonstelling waarop ik als een godvergeten ding met alles wat ik was sta opgesomd: Toen had-ie nog een kop met stroblond haar, Toen dook-ie nog geregeld van de hoge, Toen was-ie nog een dichter, en bevlogen, Toen kwam-ie nog in tien seconden klaar... Ja, toen was ik de man die ik herken als ik een dag de tijd vergeten ben. Wolken Wat zeuren wij toch over wolkenvelden zoals je die bij ons alleen maar ziet? Ik kan de brave vaderlanders melden dat ook Toscane zulke luchten biedt. Ook daar zie je een koepel vol met watten - nee, watten is te makkelijk gezegd - een schaal met witten die niet zijn te vatten, waar Titiaan zijn ziel in heeft gelegd. Ze lijken weliswaar niet zo op eenden of op een Scandinavisch schiereiland, maar 'k denk dat menig moeder er om weende, al had zij nimmer Nijhoff bij de hand. [pagina 25] [p. 25] Lyriek Ik ben geen lyrisch dichter die zich mengt in het bestaan van heuvels en cypressen of in een verre horizon die wenkt, - want dat heeft niet mijn eerste interesse. Ik zie ze heus wel, als ik in Toscane op weg ben naar Siena voor een krant: die rijzige cypressen langs de lanen die voeren naar een streng en statig pand, en als ik dan opeens twee salamanders al remmend voor mijn autobanden zie, dan voel ik mij beslist een beetje anders dan rijdend op het Weteringcircuit. Maar toch is dàt voor mij het randgebeuren, en dìt de harde kern van mijn bestaan: wie zal men nu weer het gevang in sleuren, en hoe zou het vandaag met Ajax gaan? Vorige Volgende