De Tweede Ronde. Jaargang 7(1986)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 20] [p. 20] Twee gedichten Johanna Kruit De kraaien Wat kraaien doen in een gedicht: wie heeft ze neergelegd? Zelfs dood geeft nog de schijn van leven nu wind wat vloog beweegt. Zijn dingen die je ziet wel waar geweest? Het veld staat vol met graan dat al vergeelde dagen kent. Dat een legende leeft wanneer je langs het pad de dode vogels telt leren wij ongemerkt. Hoe kerk en bijgeloof nog steeds bepalen wat niet begrepen kan schrijven soms vleermuisvlerken aan een boerenschuur. Vol vuur worden weer dwaallichten vertaald terwijl we haast verdwalen in dit land dat zoveel raadsels kent. Elk woord een beeld dat voor een ander schuift. De regen veegt ze uit. [pagina 21] [p. 21] De dom van Veere Water rondom. Klei houdt ons gevangen. Aan elke oever ongekend verlangen dat vertrekt. De horizon spiegelt soms beelden voor. Schepen gaan door met waar ze moeten gaan. Slechts wijder kijken wordt vergund vanaf de Dom. Waarom zoiets gelaten? Smalle straten bergen mensen op. Gestopt waar ze niet verder konden vonden ze dat wat was terug en kunnen ongestoord beleven wie ze willen zijn. Even lijkt de stad te klein voor wat je ziet. Verdriet om wat verdween verlegt de blik naar meren waar water zich verbergt in wat nog is. Vergissen wij ons soms als iets verdwijnt? Of houdt dit landschap ons nog overeind? Vorige Volgende