[De Tweede Ronde 1986, nummer 3]
Voorwoord
Dit Herfstnummer is grotendeels gewijd aan de Spaanse literatuur - niet de Spaanstalige, die onafzienbaar groot is door het aandeel van Latijns-Amerika, maar die van Spanje en in hoofdzaak die van de twintigste eeuw.
Het is een halve eeuw geleden dat Franco de macht greep en dat Federico García Lorca werd vermoord. Lorca heeft daardoor een symboolfunctie gekregen en zijn reputatie als dichter is ongeëvenaard in onze tijd. Zozeer is de aandacht naar hem uitgegaan dat zijn generatiegenoten Luis Cernuda en Jorge Guillén, die van vergelijkbaar groot formaat zijn, in Nederland geen bekendheid genieten, al begint het tij te keren, mede door de vorig jaar bij Meulenhoff verschenen bloemlezing ‘De Generatie van '27’.
Die Generatie van '27, waar genoemde kopstukken toe behoren, is verstrooid door de Burgeroorlog. Veel van hun werk is in Spanje zelf pas na Franco's dood bekend geworden en bijgevolg nog zeer actueel.
Voor Cernuda, Guillén en Lorca is in dit nummer de meeste plaats ingeruimd; van Guillén is behalve poëzie een essay opgenomen over het werk van zijn generatie, Lorca is tevens vertegenwoordigd in de rubriek Tekeningen; bij de van Lorca vertaalde gedichten zijn er bovendien zes die pas zeer onlangs boven water zijn gekomen.
Vertaalde poëzie bevat verder werk van tien andere Spaanse dichters, onder wie de bewonderde voorgangers van de Generatie van '27, Machado en Unamuno, één Nobelprijswinnaar, Jiménez, en één heilige, San Juan de la Cruz.
In Vertaald proza werk van acht Spaanse auteurs, van wie alleen Arrabal in Nederland bekend is. We signaleren met name Cansinos Asséns, een vergeten auteur die sinds kort in Spanje is herontdekt, omdat Borges hem bewonderde; over hem schreef Robert Lemm een informatief artikel, zie Essay, in welke rubriek ook een bijtend stuk van Juan Goytisolo is opgenomen over de eeuwenlange censuur in Spanje.
In Light Verse twee Spanjaarden, de gouden-eeuwers Lope de Vega en Quevedo; naast hen o.a. Boerstoel, Knepper, Charlotte Mutsaers, Drs. P en Kees Stip. In Nederlandse poëzie acht dichters onder wie Scheepmaker en (een gerectificeerde) Slauerhoff. In Nederlands proza een nieuw verhaal van Biesheuvel en het debuut van Pleuke Boyce.
In Anthologie tenslotte een hommage - in de vorm van drie vertalingen uit het Spaans - aan Hendrik de Vries, die wij feliciteren met zijn negentigste verjaardag.
Redactie