De Tweede Ronde. Jaargang 7(1986)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 78] [p. 78] Light Verse [pagina 79] [p. 79] Vier gedichten Simon Knepper Veeklacht Onweerstaanbaar is de charme van het paard; Niet alleen de slanke benen zijn vermaard, Ook de zachtheid en souplesse van de staart, Moeiteloos verstelbaar in diverse standen, Deed al menig hart in dweperij ontbranden. Volgens velen is het dan ook geen manier, Dat zo'n uitgelezen pronkstuk van een dier Zich behelpen moet met zulke paardetanden. Afgelast ollekebolleke Pech voor de liefhebber Ludwig von Wittgenstein Kan bij het vuil Wegens overcompleet. Uit zijn tractaten blijkt Ontegenzeggelijk Dat hij gewoon Ludwig Wittgenstein heet. [pagina 80] [p. 80] Berceuse presque serieuse Daar midden in het veenmoeras, Daar stond een schaapje klein. Het was gewond en blaatte zacht: Zijn pootjes deden pijn. De stormwind gierde langs het riet En rukte aan de bomen; Het bange schaapje zocht vergeefs Een veilig onderkomen. Arm schepseltje, waar moet je heen? Zo aanstonds valt de nacht. Raap liever al je moed bijeen En bel de wegenwacht. [pagina 81] [p. 81] Voor een keukenprinses Dat uw speelse knoflooktenen Uw verschijning smaak verlenen Acht ik evident; Tot uw minnaar uitverkoren Gun ik zelfs uw bloemkooloren Graag een compliment. Wat mij echter in de pozen Tussen maal en minnekozen Nogal eens bezwaart, Is de veelheid van kwetsuren Die mij toevalt door het schuren Van uw krentenbaard. Vorige Volgende