Malika Mokeddem
Malika Mokeddem is een Algerijnse schrijfster, geboren in 1949 en grootgebracht in een bedoeïenenfamilie in de woestijn. Ze werd opgevoed door de verhalen die haar grootmoeder, een dichteres in de mondelinge traditie, haar vertelde. Deze grootmoeder was het die de opvoeding van haar kleindochter op zich nam en haar scholing stimuleerde in een tijd dat meisjes nauwelijks naar school gingen: Malika Mokeddem was het enige meisje van de klas. Ze groeide op binnen een tolerante stroming van de Islam, desalniettemin ging ze gebukt onder het gewicht van normen, waarden en tradities. Als jong meisje werd ze al rebels en droomde van vrijheid. Ze ging als enig meisje dat de school afmaakte in 1962 in Oran studeren, waar het fundamentalisme gelijktijdig met de onafhankelijkheid opkwam, en waar ze opnieuw geconfronteerd werd met het conservatieve mannenbestaan in een omgeving waar ze dat niet verwachtte. Mokeddem, neurologe, leeft sinds haar vertrek uit Algerije in 1977 in ballingsschap in Montpellier waar ze haar eigen huisartsenpraktijk heeft. Een Algerijnse vrouw die modern en Frans is geworden, maar tegelijkertijd nauw verbonden en trouw is aan haar land van herkomst. Mokeddem is een fascinerend voorbeeld van de Algerijnse literatuur in ballingschap; ze is het in Algerije heersende religieus fanatisme ontgroeid, maar tegelijkertijd verknocht aan haar geboorteland. Zo houdt ze bijvoorbeeld alle berichten uit de media betreffende Algerije nauwkeurig bij. Typerend is dat ze in het Arabisch en in het Frans droomt, zich dan weer Frans en dan weer Algerijns voelt: ‘Je suis une mélange.’ Het leven in haar nieuwe vaderland bevalt haar goed, maar haar wortels liggen overzee.
Schrijven is voor haar een must: ‘Frankrijk moet weten hoe het verder is gegaan met Algerije.’ Ook schrijft ze uit solidariteit met haar landgenoten, zoals de veelbelovende Tahar Djaout die in 1993 werd vermoord omdat hij schreef. Werken die op haar naam staan zijn Les hommes qui marchent uit 1990, Le Siècle des sauterelles uit 1992, l'Interdite uit 1993 en La nuit de la lézarde, uitgekomen in 1995.
Haar vierde, aangrijpende, zeer gedurfde en grotendeels autobiografische roman Des rêves et des assassins uit 1995 gaat over Algerije en is een schreeuw om vrijheid. Op heldere en krachtige wijze wordt het verhaal van Kenza verteld. Deze jonge wilskrachtige studente levert een zwaar gevecht om te overleven in een land waar na de onafhankelijkheid de verhoudingen tussen mannen en vrouwen onveranderd zijn gebleven, waar intelligentie een misdaad is en waar intellectuelen en buitenlanders worden vermoord. Ze beschrijft op indringende wijze hoe het regime zelfs binnen gezinnen achterdocht zaait, en hoe groot de vrouwenhaat is die overal woedt; zelfs de kleine jongens krijgen het met de paplepel ingegeven, door hun (angstige) moeder notabene, en maken haar op straat uit voor hoer.
Kenza is een banneling, eerst in haar eigen land, en later in Frankrijk.
Geboren in Montpellier gedurende een verblijf van haar ouders tijdens het jaar van de onafhankelijkheid keert ze met haar moeder terug naar Oran en worden ze geconfronteerd met de nieuwe vrouw van haar vader. Haar moeder vertrekt alleen, het is onmogelijk haar dochter mee te krijgen, en Kenza ziet haar, ondanks verwoedde pogingen van haar moeder haar terug te krijgen, nooit meer terug. Ze groeit liefdeloos en vol angst op in het grote gezin van haar luidruchtige en terroriserende vader. Haar enige momenten van geluk zijn de zomers die ze in de woestijn doorbrengt bij haar vriendje Alilou. Als de dreiging van het oprukkende fundamentalisme te groot wordt en ze letterlijk in doodsangst verkeert, vertrekt ze naar Montpellier om op zoek te gaan naar de sporen die haar moeder daar heeft achtergelaten. De zoektocht naar haar moeder in haar studententijd staat voor het op zoek gaan naar zichzelf en naar haar eigen identiteit. Als banneling in Frankrijk richt Kenza haar hoop op de vermenging van culturen, waar het karakter van haar nieuwe vriend Slim voor staat: hij is gelukkig met zijn dubbele afkomst. Vanuit Frankrijk zet Kenza haar strijd voor vrijheid in haar geboorteland voort.
Des rêves et des assassins is, zoals de titel het al aangeeft, een protest tegen het recente geweld en de onderdrukking van de vrouw in Algerije: de vrouw als derde laag in de rij van verdrukten.
Ondanks alle pijn en wanhoop spreekt uit dit verhaal zowel de liefde en passie en de sterke band met het land van herkomst als een flinke dosis hoop en vechtlust. Dit alles maakt het lijden des