1. Over kijken en zien
Omdat het in het boek veel over waarnemen gaat, begin ik het eerste deel van de bespreking met een rondje kijken. Achtereenvolgens zet ik neer: (I) een grote kleurenfoto van de schrijfster uit HP/De Tijd van 8 mei 1992, (II) een reproductie van het schilderij ‘Schoolmeester met kind’ van Co Westerik (uit 1961), (III) een reproductie van ‘Nu dans le bain’ van Pierre Bonnard (uit 1937), (IV) de omslag van het boek Eerst grijs, dan wit, dan blauw van Heppe de Moor en tot slot (V) een willekeurig drieluik, waarbij ik zeg dat het me in dit geval niet om de voorstelling maar om de vorm van het schilderij gaat.
Ik vraag de mensen steeds een aantal minuten goed te kijken en pas dan te zeggen waarom ze denken dat ik deze platen heb neergezet. Ik geef enkele reacties.
Bij I: ‘Iemand met zulke heldere ogen kan vast goed kijken’.
Bij II: ‘Iemand eronder houden’, ‘begrip en onbegrip’, ‘ongelijkwaar-digheid’, ‘liefde en haat’. Zelf zeg ik dat ik bij het lezen van het boek voortdurend moest denken aan dit schilderij van Westerik, omdat ik het een voorbeeld vind van hoe iemand een ander kan verstikken. Zorg kan omslaan in inpalming. Iemand volledig willen begrijpen kan tot ge-volg hebben dat je die ander letterlijk of figuurlijk be-grijpt, bij de keel grijpt. Of dat je je zelfs vergrijpt aan iemand. Dit laatste natuurlijk in een extreem geval. De link met het boek zal duidelijk zijn.
Bij III: De meeste lezers herinneren zich de passage in het boek waarin dit schilderij beschreven wordt (p. 34). Naar aanleiding van deze pas-sage komt bijna altijd een gesprek los over: wat zie je echt en wat is waan? Het kijken van de oogarts en het kijken van Gaby komen hier ook vaak ter sprake. Enkele andere reacties: ‘De vrouw in het bad van Bonnard schermt zich af voor de werkelijkheid’. ‘Margriet de Moor werpt voortdurend een ander licht op de situatie; steeds staat een ander in het licht, de rest is waan’. ‘Je moet eigenlijk kijkend lezen’.
Bij IV: Voor de één valt de klemtoon van de omslag op het wit, voor de ander op het blauw. Er wordt een drieluik in gezien. Ook wel drie personen: Magda in het midden, links Robert, rechts Gaby. Een ander ziet de zee