Hebben jullie een leeskringleider?
‘Nee. Als we gelezen hebben is er altijd wel iemand -niet altijd dezelfde- die zegt: Wat doen we de volgende keer? Dan meldt zich ook iemand aan die een inleiding over het betreffende boek wil verzorgen. En we houden zo'n beetje samen in de gaten of iedereen aan de beurt is geweest. De gastheer of gastvrouw is nooit degene die de inleiding houdt, dat spreekt haast vanzelf, dat zou een dubbele belasting zijn.
Is er ook geen informele leider?
Ja, nu ik erover nadenk, is het toch wel zo dat er een paar mensen zijn die ietwat leiding geven. Ria zorgt er altijd voor dat de post rondgaat, en als er een is die ons af en toe tot de orde roept, zou ik het eerst denken aan Gerrit-Jan (Kleinrensink). Binnenkort komen we voor het eerst na de vakantie bij elkaar. En ik weet nu al, dat het gesprek wel eens wil gaan verschuiven, met name in de pauze na de inleiding, en dan is hij het die zegt: zullen we maar weer eens verder gaan? Hij is ook vaak gespreksleider, in de trant van: ik stel voor dat we nu eerst dit of dat.
Wat is jullie formele doel?
Dat ligt in een soort verdieping - het gaat om mensen die allemaal Vestdijk als hun favoriete schrijver beschouwen - van het inzicht, en dan de inzichten delen met anderen. Het is een eerbewijs aan Vestdijk, absoluut, al hoeft een individueel lid uiteraard geen pure bewonderaar te zijn. Ik zelf heb een nogal moeizame relatie met Vestdijk, ik vind hem zo volstrekt niét aardig, dat ik grote moeite heb om tot alles uitsluitende adoratie over te gaan. Maar je kunt niet anders dan zijn schrijverschap bewonderen. En het is altijd zo dat je door de analyse van goede romans steeds meer te bewonderen aantreft. Maar mijn favoriete schrijver is hij nog altijd niet en daarin ben ik de uitzondering in onze kring. Ik verbaas me dan over de warmte waarmee andere kringleden over hem spreken, ik krijg dat niet gedaan. Ik vind hem vooral genadeloos in zijn beschrijving van zichzelf. Daar zit een grote eerlijkheid en oprechtheid in die te waarderen is, maar ik mis de mildheid; het mededogen ontbreekt volledig in de boeken. Dat valt me op in de teksten die ik lees en wekt bij mij weerstand.
En dan bedoel ik niet Vestdijks cerebraliteit. Thomas Mann, een van Vestdijks grote voorbeelden, kun je zeker ook een heel intellectualistische schrijver noemen, maar wat daar voortdurend opvallend aanwezig is, als thema, in de beschrijvingen, in de structuur van de boeken, is dat mededogen, het plezier om te vertellen dat dingen goed gaan. Naast de grote eerlijkheid die Mann bezit. Die combinatie maakt voor mij een schrijver dierbaar.