Tirade. Jaargang 53 (nrs. 427-431)
(2009)– [tijdschrift] Tirade– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 40]
| |
Paul Meeuws
| |
[pagina 41]
| |
In u klonk orgelmuziek
niet de hele toccata
maar dat ene akkoord
dat uit de diepte gebruld komt
van een tweeëndertigvoetige bas
het scheurt het firmament aan stukken
als een vader het slechte rapport van zijn zoon
weg met die cijfers
want hoor
hoe door dat leger van pijpen
meer wiskunde gepompt wordt
dan jij leert op school
hoor hoe alle talen verstommen
of tot die ene bede versmelten
die in zo'n tweevoets regaaltje
een kind wordt dat smeekt om zijn pa.
| |
[pagina 42]
| |
Een heel goed organist was u niet
ik mocht naast u op de toetsen het voetpedaal nadoen
en de noten van die rare verticale balken vermalen
tot het hemels gruis dat neerdaalde op onze hoofden
van dat goedje bleken ook de beelden gemaakt
die in een kamerhoek stonden te wijzen
naar zichzelf en omhoog (en daarmee naar jou)
en die een andere weg dienden te gaan
dan de tijdgeest intussen voor hen had bedacht
verstijfd in hun krijtwitte ontzetting vielen ze een voor een van hun sokkel
en met hun brokstukken trokken wij trefbalstrepen op straat
of hinkelbanen die ons toch nog de weg naar de hemelpoort wezen
nog steeds zijn bepaalde gebaren uitvoerbaar in gips
zoals sommige noten naar meer smaken
en stoeptegels mij tot de sprongen verleiden van een verrukt kind.
| |
[pagina 43]
| |
Meer dan naar vertolken jeukten uw handen naar maken
meer dan uit noten bestond uw muziek uit hamers en dokjes,
snaren en vilt, ventielen en pijpen
uit vallende plankjes schiep u ladders van chromatisch geklepper
op akkoorden aan touwtjes liet u de doodste skeletten gavottes dansen en gigues
en met uw voet via hefbomen en duwlatten crescendo's uit zwelgaten komen
en aan uw voeten lag ik
bevreesd keek ik naar het wit stukje scheenbeen tussen uw broekrand en sok
het deed denken aan de hand die in Jan Klaassen verstopt zit
en soms in het vuur van het spel een moment bloot komt
maar zonder vrezen heeft men niet lief
in elk maken zit iets van stukmaken
en soms moet men stukslaan om het allerliefste te redden
of tot klinken te brengen in fruitkistjeshout.
| |
[pagina 44]
| |
De golven die uw gehoor vormden overspoelden het ook
sleurden het mee als een schelp op het strand
elk geluid in, of het nu bombardementen betrof
een piepend scharnier of een jengelend kind
ook ik ken de drang oorlogen te stoppen,
soldaten te smeken het zachter te doen,
elk schor bevel met behulp van een grafietspuitje
tot een bedeesd sorry te dempen en
samen met de wreedste tirannen
dwarsfluit te spelen op een geweer.
want lawaai is de hel in een fles
in het zachtste, vriendelijkste gestamp
kondigt de vijand zich al aan
trilt de fles al van tafel
klinkt het jongste gericht
ook mijn angst gaat aan elk gevaar vooraf
in de trein naar mijn werk bekrast
andermans iPod mijn trommelvliezen zoals destijds
hotjazzzangeressen met hun scherpe nagels de uwe.
| |
[pagina 45]
| |
Alsof je u zegt tegen een kind
zo blij is dit weerzien
zo onnozel uw weerwoord: mijn zoon?
alsof ik, bezig u te overleven,
u te groot word, net als uw bril
uw hand moest een vogeltje worden
en de mijne zijn nest
om te begrijpen hoe de verhoudingen liggen
o, al wat niemand ooit omvatten kan
dat te noemen heeft minder zin
dan het langzamer wordende kloppen te zien
van die ene ader op die ene handrug
kijk jongen, zou u hebben gezegd,
dat heet ritenutoGa naar voetnoot*.
|
|