Mijnheer Dümmler zei dat hij onder zijn auteurs tot dusver weliswaar geen kater had en ook niet wist of een van zijn waarde collega's zich tot dusver met zo'n snuiter had ingelaten, maar dat hij toch een poging wilde wagen.
Het drukken begon en de bezorger kreeg de eerste proefvellen onder ogen. Maar de schrik sloeg hem om het hart toen hij merkte dat Murrs geschiedenis soms afbrak en dat er dan onbekende invoegsels waren, behorend bij een ander boek, dat de levensbeschrijving van kapelmeester Johannes Kreisler bevatte.
Na zorgvuldig onderzoek en navragen kwam de bezorger ten slotte het volgende te weten. Toen kater Murr zijn leven en opvattingen op schrift stelde, verscheurde hij zonder omhaal een gedrukt boek dat hij bij zijn baas aantrof, en gebruikte de bladen onnozel deels als onderlegger, deels als vloeipapier. Deze bladen bleven in het manuscript zitten en werden, alsof ze daarin thuishoorden, per abuis eveneens afgedrukt!
Dee- en weemoedig moet de bezorger toegeven dat het ratjetoe van vreemdsoortig materiaal uitsluitend het gevolg is van zijn lichtzinnigheid, want hij had het manuscript van de kater nauwkeurig moeten doornemen alvorens het aan de drukker te geven. Niettemin bestaat er voor hem nog enige troost.
Om te beginnen zal de goedgunstige lezer gemakkelijk wijs kunnen worden uit het geheel, indien hij zo welwillend is acht te slaan op de tussen haakjes geplaatste afkortingen Mis (Misdrukvel) en V.M. (Vervolg Murr). Verder is het verscheurde boek hoogstwaarschijnlijk helemaal niet in de boekhandel gekomen, daar niemand er ook maar iets van weet. Tenminste de vrienden van de kapelmeester zal het dan ook aangenaam zijn dat zij dankzij het literaire vandalisme van de kater de hand kunnen leggen op enkele berichten over de heel zonderlinge levensomstandigheden van die in zijn soort niet onopmerkelijke man.
De bezorger hoopt op welwillende vergeving van de lezer.
Het is, tot slot, waar dat auteurs hun meest vermetele gedachten, hun meest uitzonderlijke wendingen, vaak te danken hebben aan hun welwillende zetters, die de hoge vlucht van de ideeën een handje helpen met zogeheten drukfouten. Zo sprak de bezorger in het tweede deel van zijn Nachtstücke op pagina 326 bijvoorbeeld over omvangrijke bosschages in een park. Dat vond de zetter niet geniaal genoeg, hij verving het woordje bosschages daarom door het woordje visages. Zo laat de zetter in de vertelling Das Fräulein von Scuderi, leep als hij is, de genoemde mademoiselle niet in