De door mij cursief gedrukte woorden zijn in het pamflet op die wijze aangegeven en wijzen er m.i. op, dat wij hier de rijmwoorden van een vers voor ons hebben, van een volksliedje, dat ik in het mooie boek van den heer Scheurleer over Onze Mannen ter Zee vergeefs heb gezocht en dat dus waarschijnlijk verloren is gegaan.
Nu was Heye, naar ik hoor, gehuwd met een dochter van den bekenden boekliefhebber Van Voorst, wiens bibliotheek zooveel zeldzaams heeft bevat. Mogelijk is het, dat hij het versje zelf heeft gekend, mogelijk ook, dat hij alleen het pamflet van Spranckhuysen heeft gelezen en dat dit hem zijn aardig refrein in de pen heeft gegeven, dat zeker in niet geringe mate heeft bijgedragen tot de populariteit van zijn meest bekend volksliedje.
m.g. de boer.