thans goud, doch in het uiterste westen goed, bij Ten Doornkaat Koolman gôd, in het Bremisch-Niedersächsisches Wb. good; blijkbaar was deze vorm dus alleenheerschend of overwegend in het Saksisch waarmee de weleer Oostfriesch sprekende bevolking in nauwe aanraking kwam. Evenzoo hebben alle Friesche dialecten de normale voortzetting van ô. Mocht ergens in deze gewesten, door welke oorzaak ook, afwijking voorkomen, dan blijft toch ontegenzeggelijk de algemeene toestand: in goed hoort men tegenwoordig die vocaal welke ook in andere woorden van denzelfden tongval de ô voortzet, bijgevolg moet ook voor vroegere eeuwen regelmatige ontwikkeling aangenomen worden. Ook Stad-Groningsch goud, guie (ui als in ndl. lui) verandert daaraan niets; het is wel eigenaardig dat ô vóór j < d nog Umlaut onderging, maar niet meer dan dat ŏ dien ondergaan zou; misschien ook zou men, als bij mnl. guet, kunnen denken aan Umlaut welke was ingedrongen uit goedlijk, doch welke dan in dat laatste, thans goudelk, door invloed van een (natuurlijk dan naast gö̂d voortlevend) gôd of goud weer verdwenen was. Franck beroept zich nog op het Eemslandsch, doch hij vergist zich. Schönhoff constateert § 57 voor dit woord u alleen in de verkorting Ʒundáχ, Ʒudn daχ, en dan volgt als toegift de onderstelling dat uit zulk een vorm Westfaalsch (en Lingensch) χut en dgl. te
verklaren zou zijn; als Eemslandsch echter geeft hij § 10,6 Ʒou̯t tegenover Lingen χūt; blijkens den samenhang is ou̯ normale representant van os. ô, en zoo vinden wij dan ook blou̯mə bloem enz. in § 55, waar Ʒou̯t adj. niet is herhaald, maar alleen aangetoond dat ou̯ blijft in Ʒou̯diχ en, onder den bijtoon, in het slechts in samenstelling voorkomend -Ʒou̯t subst., terwijl het deminutief Umlaut van ou̯ heeft.
Neemt Frank niet zooals ik boven onderstelde aan, dat gôde in het laatos. van Groningen gŏde werd, waaruit later guie, maar acht hij den vorm ontwikkeld als in Soest χuət (dus ô > uo > ŭ; vgl. Holthausen Soester Ma. § 65 voor uə < os. ŭ), zoodat ook in 't algemeen Gron. ou op uo zou berusten, dan wordt althans de spelling ue en u van het Stadboek begrijpelijk.