Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 31
(1912)– [tijdschrift] Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdTijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 31. E.J. Brill, Leiden 1912
-
gebruikt exemplaar
exemplaar universiteitsbibliotheek Leiden, signatuur: S. Ned. 12 8416
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van jaargang 31 van Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde uit 1912. De Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren beijvert zich voor het verkrijgen van toestemming van alle rechthebbenden; eenieder die meent enig recht te kunnen doen gelden op in dit tijdschrift opgenomen bijdragen, wordt verzocht dit onverwijld aan ons te melden (dbnl.auteursrecht@kb.nl).
redactionele ingrepen
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten.
[pagina I]
TIJDSCHRIFT
VOOR
NEDERLANDSCHE
TAAL- EN LETTERKUNDE,
UITGEGEVEN VANWEGE DE
MAATSCHAPPIJ DER NEDERLANDSCHE LETTERKUNDE TE LEIDEN.
EEN EN DERTIGSTE DEEL.
NIEUWE REEKS, DRIE EN TWINTIGSTE DEEL.
BOEKHANDEL EN DRUKKERIJ
voorheen
E.J. BRILL.
LEIDEN - 1912.
[pagina II]
REDACTIE:
De Commissie voor Taal- en Letterkunde bij de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde.
[pagina III]
INHOUD.
Bladz. | |
---|---|
h.c.m. ghijsen, Is er in de teekening der ‘Fijnen’ in ‘Sara Burgerhart’ al dan niet invloed merkbaar van den Engelschen roman ‘The Spiritual Quixote’? | 1 |
a.h. kan, Het vertrek van Jacob Cats van Middelburg naar Dordrecht. | 7 |
n. van wijk, Gerekte a, e vóór r + dentaal | 21 |
j. van der valk, Reinardus Vulpes, vs. 67 | 37 |
m. schönfeld, Enige verwanten van ‘mark’ | 39 |
j. franck, Zur lautgeschichte des adjectivums gut | 46 |
c.g.n. de vooys, Nieuwe fragmenten uit Lodewijk van Velthem's vertaling van de Spieghel Historiael. | 49 |
j. heinsius, Zwemmen | 77 |
j. daniels, Sinte Michyels Waechscalen | 82 |
f.p.h. prick van wely, ‘Christoffel’ = ‘Kruiwagen’ | 97 |
h.j. eymael, Op zijn plat vallen | 98 |
h.j. eymael, Bontwerker | 102 |
h.j. eymael, Huygens versus Oudaen. Een oud proces herzien | 104 |
joha. snellen, Hadewijch mystica. | 114 |
joha. snellen, Bijlage. Uittreksel uit de mystieke denkbeelden van den H. Bernardus, neergelegd in ‘De Consideratione’ en ‘De diligendo Deo’ | 165 |
j.w. muller, Maerlant's Grafschrift. | 170 |
[pagina IV]
Bladz. | |||
---|---|---|---|
b.m. van der stempel, ‘Ene viole’ in den Roman van Lancelot | 175 | ||
j.w. muller, De twee dichters van Reinaert I | 177 | ||
I. | Verschil in woordenschat | blz. 179. | |
II. | Verschil in taalvormen | blz. 197. | |
III. | Dialect. Plaatsnamen | blz. 203. | |
IV. | Verschil in geest en stijl. Karakteristiek der beide dichters | blz. 207. | |
V. | Gelijkenis en gemeenschap | blz. 227. | |
VI. | Aanvang en slot van B. De fabel der kikvorschen | blz. 240. | |
VII. | De proloog. Aernout en Willem | blz. 251. | |
j. verdam, Middelnederlandsche Varia | 277 | ||
I. | Braeuwen. | blz. 277. | |
II. | Inbornstich, inbruystich | blz. 281. | |
III. | Swellen. | blz. 282. | |
IV. | Misvattingen veroorzaakt door de schrijfwijze su voor sw | blz. 284. | |
V. | Doctrine, Drochtijn | blz. 289. | |
n. van wijk, Gerekte ŏ en ŭ in Oostnederlandse dialecten. | 291 | ||
p. leendertz jr., Varianten in een gedicht van Bilderdijk. | 310 | ||
f.p.h. prick van wely, Het to bliktri-raadsel opgelost? | 313 | ||
w. de vries, Mnl. mnd. ofri. guet enz. | 316 | ||
w. de vries, Oliessel. | 320 |