‘Christoffel’ = ‘Kruiwagen.’
Volgens het Woordenb. d. Ned. Taal is Christoffel, de mansnaam, ontleend aan het gr. lat. Christophorus en komt het ook overdrachtelijk voor in de houten Christoffel = strafwerktuig uit vroeger tijd. Het komt echter, zij het dan als ἁπαξ λεγομενον, ook voor met de bet. van ons kruiwagen in figuurlijken zin, zooals blijkt uit het werk van Havart, Op- en Ondergang van Cormandel (ao. 1693), op p. 20:
Hy [Floris Blom] is een persoon van grote bequaamheyd, en uytstekende hoedanigheden en daar-en-boven bevriend zijnde met de Heer Gouverneur Laurens Pyl, zal hy metter tijd wel tot hoger chargies geraken; die zulke Christoffels in India hebben, blyven 'er zelden onder.
Evenals eng. Christopher de bet. heeft gehad van: a bearer, as St. Christopher was of Christ (N.E.D.), heeft het bij ons, misschien maar kortstondig, de bet gekend van: drager, brenger tot een (hoogere) betrekking: ‘kruiwagen’ in het hedendaagsche spraakgebruik.
Meester Cornelis.
f.p.h. prick van wely.