Ledikant.
Uit de laatst verschenen aflevering van Prof. Verdam's Mnl. Wdb. blijkt dat de vorm lidekant, welke toch aan ledikant moet zijn voorafgegaan, in de middeleeuwen eigenlijk niet voorkomt, of althans nog niet is gevonden, maar voor het eerst bij Plantijn wordt aangetroffen (ao 1577). Het zal derhalve niet overbodig zijn hier mede te deelen dat men het woord leest in eene Gentsche akte van 1548, vermeld bij De Potter, Gesch. v. Gent 1, 133: ‘een lydechant metten ommebehancxele daer toe dienende’. Zelfs eene eeuw later, toen ledekant reeds lang het gewone woord was, kende men het oorspronkelijke nog wel: ‘Tusschen geeuwen ende gaepen Trock ick naer myn Lydekant’, rijmde l. vossius in 1641 (Alle de wercken 330). Een en ander is ook hierom van belang, omdat het woord ledikant thans in de Zuidnederlandsche volkstaal onbekend is; tevens levert het ons een nieuw bewijs voor Plantijn's vertrouwbaarheid.
Leiden, 5 Febr. 1895.
w.d.v.