Sp. II4, 22, 80.
Met sweete so in doegen bevaen,
Dat hi eten noch slapen en mochte.
Aldus de tekst van Sp. II4, 22, 80 naar het handschrift; bij Vincentius: ‘Postea vero indoluerunt oculi Venustiani ut pro dolore nec cibum nec somnum posset capere’.
Men vraagt zich af wat sweete hier doet, en De Vries heeft het dan ook veranderd in smerte. Er is echter een middel om dichter bij de overgeleverde lezing te blijven, t.w. door te lezen weete. Voorbeelden van weede, weete zijn aangehaald door De Vries in Taalk. Bijdr. 2, 62-63.
Leiden, 8 Nov. 1894.
willem de vreese.