Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taal
    • Limburgse literatuur
    • Friese literatuur
    • Surinaamse literatuur
    • Zuid-Afrikaanse literatuur
  • Selecties
    • Onze kinderboeken
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • E-books
    • Publiek Domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Hergebruik
    • Disclaimer
    • Informatie voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid
Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 13

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1,49 MB)






Genre
sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre
tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

 

Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 13

(1894)– [tijdschrift] Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde

Vorige Volgende
[p. 22]

Il diest voir.

In Houwaert's Jupiter en Yo trof ik de uitdrukking il diest voir aan. Zij komt op bladzijde 5 verso voor en luidt er eigenlijk Yl diest voor. Jupiter is op Yo verliefd, hij heeft ze eens gezien en om ze nader te leeren kennen besluit hij een ‘triumphe’ van heeren en vrouwen te houden ‘in May den vierden dach’ opdat hij ‘se met eeren sou moghen aenschouwən’. Hij beveelt dus zijnen heraut ‘een ryckelycke feeste te crayieren’ en vooral niet te vergeten Yo uit te noodigen. De heraut treedt dan ook op omringd van volk en ‘crayiert.’ Al die op het feest wil komen moet hem nazeggen: Yl diest voor. Koning Ynacus roept dadelijk: Yl diest voor! Noyt blyder tydinghe! en schenkt den heraut een gouden ketting. - De zin kan wel m.i. geen ander wezen dan die van amen, bravo of zoo iets.

In een onlangs teruggevonden tooneelstuk van denzelfden Houwaert, de Tragedie van der Orloghen, komen deze woorden ook voor. In het eerste tooneel is hier alweer sprake van een feest in het ‘Palleys der Vreuchden’, dat de heraut Tytverlies afkondigt:

 
De Prince der Hoverdyen sal der vreuchden banieren
 
Ontpluycken den derden May en open hoff houwen
 
Voer heeren en vrouwen ‘in der vreuchden coir:
 
Dus segt al tsamen naer my: il diet voir!
 
Meest al de Werelt.
 
Il diet voir! dat syn woorden die clincken!
 
Aenveirt die keten, herault, die ghy siet blincken;
 
Ick wilse u schincken ‘tot den ghedincken;
 
Want in die coninckfeeste soe wil ick wesen .....

De omstandigheid is dus volkomen dezelfde als voor het eerste voorbeeld en de spelling van voir en coir is een gevolg van het rijm. De beteekenis der woorden is dan ook dezelfde. Hoe is die tot stand gekomen?

[p. 23]

Diest of diet zal wel de bijvoegende wijs of optatief zijn van dire, zeggen en voir de oude vorm voor vrai, afgeleid van het Lat. verus, vorm die thans nog voortleeft in voire, vraiment en voire même. De uitdrukking kan dus weergegeven worden door: hij zegge waar of waarheid, hetgeen hij zegt verwezenlijke zich, het zij zoo, amen enz. Als wensch gebruikt vond ik ze nochtans in geen woordenboek; Godefroy, in de uitgave die ik raadpleegde, is nog tot voir niet gevorderd; La Curne geeft il diest voir niet op, en bij Littré heeft men weinig meer dan au voir dire, à vrai dire, il est voir (vrai) disant et véritable, en wat verder, voir en voire (bijwoord) signifiait vrai.

Wellicht vind ik naderhand meer voorbeelden van het gebruik der uitdrukking; de beteekenis althans kan m.i. niet twijfelachtig zijn.

 

Luik, Juli 1893.

f. van veerdeghem.